heel dringend!!!

Wie mee op stap gaat naar Engeland wordt dringend gevraagd, vóór einde maart, toch minstens de helft van de reiskosten te regelen. Neem hiervoor kontakt op met Lieve Van Velthoven (tel.: 03 / 321 61 84)

oit d'aa doeis (1)

Wij hebben al eens geschreven, dat wij graag in 't Zweertdanserke de straffe verhalen van vroeger zouden gepubliseerd zien. Maar niet alleen de straffe verhalen, maar ook die dingen die in de vergeethoek geraakt zijn en waarvan de jongere generasie geen weet heeft. Wel, vandaag starten wij ermee en meteen doen wij een oproep aan de bejaardere leden van de groep om hun herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen op papier te zetten. Schrijfgerief wordt eventueel ter beschikking gesteld. Intussen: hier gaat het verhaal van

de LANGE-WAPPERREUS.

Een boek over dansgeschiedenis in de hand nemend, dat al jaren stond te rusten in de kast, viel er een foto uit. Ge ziet ze hierbij. Het is misschien de enige afbeelding van onze Lange-Wapperreus die er bestaat. Het moet in het begin van de jaren zestig geweest zijn, of misschien zelfs al van bij het ontstaan van de groep in 1958, dat wij de idee hadden de Lange Wapper gestalte te geven. En we zouden er een reus van maken! Luidt het in de legende inderdaad niet dat Lange Wapper zich zo klein kon maken als een muis of zo groot als een huis? Kleiner worden stelde een probleem: groter worden ook, maar daar vonden wij een oplossing op!!! De Lange Wapper figuur die ge op de foto ziet bestond uit een steel van een "halve maan" (zo'n borstel om de spinnewebben van de destijds heel hoge plafonds te vegen) met daarop de kop van onze Lange, en een hoop ijzerdraad-vlechtwerk. De kop uit papjee masjee was het werk van vader Van Craenenbroeck, die denkelijk ook zorgde voor de aankleding. Deze was volledig uitgevoerd in geel en blauw, zoals nu nog het narrenpak. De gele muts was een puntmuts, voorzien van een dikke ijzerdraad om de punt te verstevigen. De jak was blauw. met een geel kolletje en geel rond de "knoopsgaten' (die uitgespaard waren om de drager toe te laten toch een beetje te zien waar hij liep). In de gele broek was een elastiek voorzien, zodat eenieder drager kon spelen (mits eventueel de broekspijpen iets op te rollen, maar dat was, voor zover ik mij herinner, niet nodig, omdat wij allen zo'n beetje van dezelfde lengte waren). Witte handschoenen zorgden voor de finnisjing teutsj.

Nu bestond de finesse erin de Lange Wapper te laten groeien door de bezemsteel, die bij gewoon lopen zich in een van de broekspijpen bevond. naar omhoog te schuiven tot op heuphoogte. De reus was dan zo'n drie meter hoog. Onnodig te zeggen dat er in de jak voldoende speling zat om het hoogteverschil op te vangen.

De foto moet uit de jaren rond 1965 dateren: wij hadden toen al onze huidige kledij, alleen waren de rokken toen op kniehoogte.

Op de foto figureert naast de Lange Wapper Rita Dockx, en vermoedelijk is het haar echtgenoot, Gilbert Verhelst, die schuilgaat onder de Lange Wapper. De foto zelf is vermoedelijk genomen op de feesten van de Gitschotelbuurtschap. Lange Wapper was destijds goed bevriend met Ferdi Van de Vijver, de eigenaar van het strijkijzermuzeum in de Vosstraat, die ook voorzitter was van de Gitschotelbuurtschap.

Eén van de eerste keren, dat we met de reus op straat kwamen, liep het bijna mis. De drager zag inderdaad wel iets op zijn hoogte, maar zag niet wat er op de hoogte van de Wapperkop gebeurde. Zo liep hij in de Augustijnenstraat bots met zijn kop tegen een verkeersplaat! De sporen zijn lang zichtbaar gebleven. Verder was het geen makkelijke taak om de reus te dragen, wanneer er een flinke wind stond. Als men de hoek omdraaide in volle hoogte en de wind pakte u, dan was het alle zeilen bijzetten om niet tegen de vlakte te gaan.

Hoe het komt dat de reus in onbruik is geraakt? Ik zou het niet meer weten. Vast staat dat hij nog enkele keren mee is verhuisd, om tenslotte op de vuilkar te belanden: de kleren en het hoofd waren toen al te erg beschadigd om nog hersteld te worden. Maar misschien kunnen we een nieuwe reus aanmaken? Geen idee voor ons nieuw bestuur?

Vooraleer mijn kieboord op te bergen toch nog even doen opmerken, dat het meisje op de achtergrond (naam vergeten...) de beukenhouten stokken van een van Renaats eerste kreasies in de hand houdt: het danske "De Kadullen". Uit te voeren door vier jongens, bewapend met korte stokken van 1 meter. Maar daarover hebben wij het later nog wel eens.

speurtocht 35

Gaan wij verder zoeken in de tijd, dan zijn de volgende vermeldingen van zwaarddansers afkomstig uit Oudenburg. Nu een vrij belangrijk dorp, toen een vrij belangrijk stadje. Wij vinden vermeldingen in 1432 én in 1438. En nog wel telkens twee rekeningposten. Hier gaan ze:

It(em) upfe(n) xxj.ste dach va(n) hoymaend ghes(cenct) de(n)
gheselle
(n) va(n) Oudenb(urg)houc Alsij
hier quame
(n) speele(n) mette(n) zwaerde .j. k. riinschs wiins
te .viij. s
(chellingen) p(arisis) de(n) stoop
so
(m)ma                                xvj, s. p.

 

It(em) upte(n) .xxij.ste. dach va(n) hoymaend ghes(cenct) de(n)
gheselle
(n) van zandfoorde Alsij
hier quame
(n) speele(n) mette(n) zwerde .j. k. riinschs wiins te
.vlij. s
(chellingen) p(arisis) de(n) stoop
So
(m)ma xvj. s. p.

(RAB Rekenkamer 31621 - folio 9 - recto - nummers 6 en 7)

 

It(em) upte(n) .xij.ste(n) dach va(n) spoorcle ghes(cenct) 
zekere gheselle
(n) va(n) clemskerke 
die hier quame
(n) speelen mette(n) zwerde(n) .j. k(anne) poytaus 
te vij. S
(chellingen) p(arisis) de(n) stoop 
somma .xiiij. s
(chellingen) p(arisis)

 

it(em) upte(n) xxiij.ste(n) dach va(n) spoorcle ghes(cenct) 
zekere gheselle
(n) va(n) Oostende 
die hier quame
(n) speele(n) mette(n) zwerde(n) .j. k(anne) 
poytaus te vij. s
(chellingen) p(arisis) de(n) stoop 
somma .xiiij, s
(chellingen) p(arisis)

(RAS Rekenkamer 37624 - folio 11 - verso - nummers 3 en 4)

Plezierige teksten omdat ze ons de herkomst doen kennen van de zwaarddansers: deze kwamen naar Oudenburg vanuit Klemskerke, Oostende, Zandvoorde en het niet zo duidelijke Oudenburghoek. Dat laatste zou een ambacht geweest zijn dat een deel van de voormalige gemeenten Oudenburg, Ettelgem, Roxem, Westkerke en Jabbeke omvatte. In ieder geval betreft het allemaal plaatsen op een afstand van minder dan tien kilometer van Oudenburg. Dat sluit volledig aan bij onze vroegere bevindingen, dat zwaarddansers uit omringende dorpen afzakten naar de stad om er op te treden en zo mogelijk een beloning in de wacht te slepen.

Wij hebben de tot nu toe verzamelde herkomstgegevens nog eens in een kaartje gegoten, dat wij hierbij afdrukken. De zwarte bolletjes duiden plaatsen aan waarvan zwaarddansers afkomstig waren; de witte plaatsen waar gedanst werd. De stippellijn tussen Brugge en Damme herinnert er ons aan, dat de dansers te Damme wellicht zeelieden waren, die te Brugge aan wal lagen.

Een eigenaardigheid doet zich voor bij de eerste twee teksten. De groepen treden op op 21 en 22 juli (hooimaand). De oudere vermeldingen van Oudenburg zijn te situeren in de vastenavondperiode, evenals de teksten uit 1438 (12 en 23 februari = spoorcle). Uit overige teksten weten wij dat in 1438 vastenavond viel op 25 februari. Dus die van Oostende kwamen dansen op de zondag voor Vastenavond, terwijl die van Klemskerke op een woensdag zouden gedanst hebben, zowat twee weken voor vastenavond. Zouden zij misschien als sommige Engelse groepen in de negentiende eeuw gedurende meerdere weken rondgetrokken hebben in de omgeving? Voor de optredens in de maand juli 1432 hebbben wij niet direkt een verklaring.

De zwaarddansers kregen zo'n 5 liter rijnwijn in 1432, hetzelfde aantal liters in 1438, maar dan franse wijn (poytaus = wijn uit de streek van Poitiers). Nu was rijnwijn destijds de betere kwaliteit wijn. In 1432 werden de zwaarddansers blijkbaar meer gewaardeerd dan andere groepen, die slechts franse wijn kregen. Maar in 1438 kregen zijzelf ook geen rijnwijn meer! Werd hun prestatie misschien minder goed bevonden? Of zat de stadskas er minder goed voor?

Voor het overige kunnen wij niets puren uit de vermeldingen. Wijzen wij enkel nog op het feit dat de term "spelen met zweerden" niet met honderd procent zekerte slaat op een zwaarddans.


Redaktie

Renaat Van Craenenbroeck
Rue Pairée 76
6890 Libin-Bas
Tel: 061 - 65 63 82
- - -
Mark van Orshoven
Stierstraat 34
2018 Antwerpen
Tel: 03 - 235 29 98


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu