the real thing
In het zuidwesten van Duitsland, daar waar de Rijn zich verbreed tot de Bodensee, op de grens van Oostenrijk en Zwitserland, in het prachtige stadje Überlingen danst men een reizwaarddans, waarvan gezegd wordt dat hij de langste ononderbroken danstraditie onder de reizwaarddansen kent. De oudste vermelding van de nog steeds traditioneel uitgevoerde dans zou teruggaan tot 1670. Een zwaarddans met een diploma van meer dan 300 jaar!
Wij hadden de Überlingers reeds in november 1987 aan het werk gezien in Sint-Niklaas: in het Zwaarddansarchief zijn er videoopnamen van terug te vinden! Maar zowel Trevor Stone als ik, Renaat, hadden graag de dansers aan het werk gezien ter plaatse. Na kontaktname met de voorzitter kwamen wij erachter dat dit jaar (1995) de zwaarddans naar oude traditie zou uitgevoerd worden op 9 juli. Ondanks enige zenuwachtigheid, omdat presies dit jaar de televizie opnamen kwam maken, werden wij vriendelijk uitgenodigd en bracht men ons onder bij leden van de groep.
Het werd vroeg opstaan op 9 juli. Wij wilden er bij zijn van aan het begin. En de klok wijst op dat moment 6.30 uur aan!!! Iets daarvoor hebben de muzikanten, de "Hänsele" (een narrenfiguur met een zweep) en het bestuur elkaar getroffen in hun lokaal. Want de zwaarddansers hebben van de gemeente een eigen lokaal ter hunner beschikking gekregen in de toren van één van de stadspoorten. Tussen haakjes: misschien moeten ook wij eens proberen een eigen lokaal los te krijgen van "het"stad, liefst dan in één of ander historisch gebouw... Om 6.30 uur stipt (wij zijn in Duitsland) ontbijten zij te samen. Op tafel: worst (ja,ja, 's morgens vroeg!l en bretselen en ... witte wijn (wij zitten hier in een oud wijnbouwgebied en de dans werd destijds - nu niet meer - uitgevoerd door leden van het wijnbouwersgilde) Het gaat er rustig en 'gemütlich' aan toe.
Na het ontbijt brengt men de kledij in orde. Ieder steekt ondermeer een takje rozemarijn op de revers van zijn vest. Er wordt ons verteld, dat de bedoeling daarvan was, dat het de zwaarddansers zou helpen wakker blijven tijdens de Mis, die zij bijwonen. Wanneer zij zich slaperig voelden roken zij aan het scherp ruikende kruid. Nu wordt de 'Hänsele' eruit gegooid en ieder gaat de straat op. Het is nu zowat 7u30. De "Hänsele" laat de zweep knallen, de muzikanten en het bestuur stellen zich op. Het geheel verloopt vrij militeer. De muziek (fluiten en trommels) Iaat zich horen en men stapt op naar het huis van de oude voorzitter, waar op de fasade de zwaarddans is uitgebeeld. Daar wachten de overige leden van de zwaarddansersvereniging. Volgt er een inspektie van de kledij, een aftellen en nog enig militeer seremonieel. Tot slot stapt men op, de "Hänsele" op kop naar de kerk, waar de dansers en de muzikanten deelnemen aan de misviering. Intussen zijn ook de dames opgedaagd in hun prachtige klederdracht.
Na de misviering komt iedereen uit de kerk en volgt de 'Schwedenprozession`. Ingevolge één of andere belofte gedaan tijdens een belegering van de stad door de Zweden (vraag mij niet hoe die daar gekomen zijn...) houdt men tweemaal per jaar een prosessie. De zwaarddansers nemen aan beide deel, maar alleen bij de tweede voeren zij hun dans uit, zij het ook onafhankelijk van het prosessiegebeuren. Deze "Schwedenprozession" trekt door het stadje, houdt halt aan enkele op straat opgerichte altaren en eindigt terug in de kerk. In de prosessie onder meer de zwaarddansers met hun muziek. Laat ons hierbij opmerken, dat uit tal van vermeldingen in rekeningen wij weten, dat ook bij ons de zwaarddansers meermaals in de prosessie mee opstapten ter 'versiering' van deze.
Na nog een korte plechtigheid in de kerk, komen de zwaarddansers naar buiten en nu wordt het menens : in optocht gaat het naar een plein voor het gemeentehuis, waar een ruim duizendkoppige menigte hen opwacht. Vóór de eigenlijk dans volgt er een schouwing, een groet aan de menigte en dan gaan voorzitter en ondervoorzitter aan de burgemeester (die aanwezig is uiteraard) de toelating vragen om de zwaarddans te mogen uitvoeren. Eens die toelating verkregen leggen de twaalf dansers (de hele groep bestond uit tweeëntwintig personen, muzikanten niet inbegrepen) hun zwaardschede opzij en begint de dans.
De gebruikte melodie is eigenaardig: zij staat in 9/8! De uitgevoerde danspas is eveneens zeer karakteristiek, en wordt de hele dans lang volgehouden. De figuren zijn eenvoudig: er worden achten beschreven, waarbij de voordanser (tevens voorzitter) telkens onder het zwaard van een andere danser doordanst. Op het einde staan zij allen in een kleine kring, de zwaarden gekruist. De "Hänsele" komt in het midden staan, onder de gekruiste zwaarden. De vaandrig zwaait boven het geheel de puntvlag en de voorzitter groet zwaaiend met zijn hoed en roept driemaal een "Hoch" op de stad: Nu komt de 'Hänsele" uit de kring; het kluwen lost zich weer op tot één lijn door telkens onder het zwaard van een andere danser door te dansen. Volgt nu enkel noch een sprong over het zwaard tussen de twee laatste dansers van de rij en hetzelfde onder het geheven zwaard van weerom dezelfde dansers. De eigenlijke zwaarddans is nu afgelopen. Vergaten wij nog te vermelden, dat de "Hänsele" vóór de dans zijn zweep laat knallen. Hij is het ook die rondgaat met een kollektebus. Na de "schwertletanz" zoals de tipische naam van hun dans luidt volgt de "maidlintanz": de dansers nodigen de vrouwen in klederdracht uit en er volgen vier eenvoudige paardansen. Steeds begeleid door de fluiten en trommels.
Na het optreden voor het stadhuis gaat het naar een ander plein, aan de kerk gelegen. Hier gebeurt hetzelfde, met die éne uitzondering, dat de voorzitter de toestemming om te dansen vraagt (en verkreeg) aan de geestelijke overheid.
Na deze twee uitvoeringen volgt er een resepsie, aangeboden door de gemeente. En tenslotte gaat het in optocht naar de tuinen van het muzeüm, waar er ...worst en bretselen geëten worden en wijn of bier gedronken wordt. Of deze resepsie in de tuin doorgaat, wanneer het geen 35 graden is en het regent, weet ik niet...
Laat ons nog vertellen, dat de opname in de zwaarddansersvereniging een héle eer betekent voor de uitverkorene. Want in Überlingen is het de vereniging, die aan bepaalde vooraanstaanden vraagt om deel uit te maken van de vereniging! Zij hebben een prachtige Iade eeuwse kledij met driekantige hoed en verzorgen die tot in de puntjes. Om te schetsen hoe sterk zij aan hun tradisie vasthouden: de televiziesnuiters vroegen hen bepaalde afwijkingen aan het traditionele gebeuren te doen, zoals een derde keer dansen op een meer schilderachtige plaats. Zij hebben dat gewoon geweigerd: voor de televizie was het opnemen zoals het altijd gebeurd of niets!!! Ook op onze vraag of het hen interesseerde om met Halfvasten op te treden in Antwerpen, waarbij wij hen te verstaan gaven, dat zij zich tot het echte zwaarddansgedeelte zouden moeten beperken, toonden zij wel interesse, maar... de "schwertletanz" (schouwing, dans en maidlintanz) zou integraal moeten uitgevoerd kunnen worden. Merkwaardig was ook het antwoord van de voorzitter op een vraag van Trevor. Trevor vroeg wat hij zou doen zo burgemeester af deken de toelating tot het uitvoeren van de dans niet gaf. Wel het antwoord was kort en goed: dan zouden wij niet dansen!
Wij hopen het toch in de komende jaren op een akkoordje te kunnen gooien met de Überlingers en hen in Antwerpen te mogen verwelkomen. Praktisch zeker komen zij in 1996 een kijkje nemen met enkelen. Intussen kunnen deze onder ons die de trip naar Carlisle ben wellicht aan de dans zien aldaar.
speurtocht (33)
Wij verlaten in onze speurtocht naar de zwaarddans Brugge. De oogst was er niet slecht: optredens in 1389, 1391(?), 1404, 1406 en 1408. Voor de volgende vermelding blijven we wel in de buurt, maar we begeven ons naar Oudenburg. In de stadsrekening over de periode van 27 maart 1407 tot 18 juni 1409 vinden we volgende tekst
It(em) upt(en) .xiiij.st(en) doch in Sporkle an wine ghes(cenct)
gheselle(n) van ghistel amb(acht), die hier traetsede(n) met
zwaerde(n) ij.k(annen) riinschs wiins te vj. s(chellingen)
par(isis) d(en) stoop. So(mme) xxiiij s(chellingen)
(RAS Rekenkamer 37605 - folio 18 - recto)
Volgens zijn plaats in de rekening kunnen wij vermoeden dat de datumbepaling 14 februari 1409 is. Het gaat hier in feite om een zeer belangrijke tekst en dat omdat hier niet de gebruikelijke vermelding "spelen met zwaarden" gebruikt wordt, maar het woord "traetsen". Het Middelnederlands woordenboek geeft als betekenis: dansen, meer bepaald in een reidans! Er wordt verwezen naar het franse "tracer". Daarmee zouden we dus de eerste uitdrukkelijke vermelding van een reizwaarddans onder ogen hebben... Wij herinneren er aan dat de uitdrukking "spelen met zwaarden" in de vorige teksten ook andere betekenissen zou kunnen hebben, zoals jongleren of schermen. Onze Oudenburgse tekst geeft ons argumenten in de hand om het verband van de Brugse teksten en de reizwaarddans als waarschijnlijk te beschouwen.
Nieuw is ook dat de dansers blijkbaar in natura "betaald" werden: zij kregen Rijnwijn aangeboden en nog wel een tiental liter! Een kanne bevat twee stopen en een stoop is zowat tweeëneenhalve liter. Rijnwijn was destijds de betere en duurdere wijnsoort. Gistel-ambacht duidt een gebied aan dat de parochieën van Gistel, Moere, Zande, Zevekote (gedeeltelijk), Westkerke, Sint-Pieters-Kapelle, Roksem. Bekegem en Ettelgem, alsook een hoekje van Zerkegem omvatte. De onnauwkeurige aanduiding van de herkomst van de dansers doet ons vermoeden dat ook zij afkomstig waren van een gehucht uit de omgeving, net als bij de dansers van Sinte-Lauwereins en Het Broek het geval was, wanneer deze laatsten in 1408 te Brugge dansten.
Wij bespreken nog vlug de volgende tekst, die wij terugvinden in de stadsrekening van Gistel. Hij leert ons niet veel, tenzij dat het wel degelijk nodig is naar de bron terug te gaan teneinde verkeerde konkluzies te vermijden. Maar eerst de tekst
(De ghesellen) die metten zwerde speelden in hoosschede .vj.p.
(RAS Rekenkamer 35213 - folio 9 - verso - nummer 4)
De rekening heeft erg van de vochtigheid geleden: De ghesellen is bijgeschreven met potlood en begin- en einddatum op het schutblad zijn onleesbaar. Met potlood is vermeld als begindatum 05.03.1409. van der Straeten kopieerde dit verkeerdelijk als 15.03.1409, wat blijkbaar E. Verstraete in De Speelman aanzette om te besluiten dat de dans op die datum werd uitgevoerd, terwijl er helemaal geen datumvermelding voorkomt in de tekst! Zo vermeldt van der Straeten ook de betaalde som verkeerdelijk: volgens hem werden er XI schellingen uitbetaald, in plaats van VI. Dit bracht E. Verstraete er toe de mogelijkheid te opperen, dat er 11 dansers aan het werk waren, daarbij verwijzend naar het voorkomen van 11 dansers op de Breugelprent. Zoals duidelijk blijkt uit de originele tekst heeft deze veronderstelling geen enkele grond. Waaruit toch maar blijkt hoe gevaarlijk het is voort te gaan op geciteerde teksten...
Wij hebben de herkomstgegevens in een kaartje te samen gevat: de witte bolletjes duiden de plaatsen aan waar gedanst werd, de zwarte de herkomst van de dansers.
Redaktieadres
Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29
2000 Antwerpen