literatuur
In de loop van de voorbijgaande jaren hebben wij in 't Zweertdanserke meer dan eens aangehaald hoe de Antwerpse zwaarddans werd besproken in diverse toeristische of folkloristische publikasies; zelfs tot in kalenders toe. Maar wist gij dat ook in onze Vlaamse literatuur over de onze zwaarddans geschreven werd? In het boek De brief van Guffa van Ivo van Orshoven, uitgegeven bij De Clauwaert (Leuven 1990) handelt één van de kortverhalen over de nar en de zwaarddans. Ivo is een broer van Nar Mark en publiseerde reeds verscheidene romans, waarvan er minstens één, naar ons bescheiden weten, bekroond is geworden.
Het is vakansie en wij wouen u wat verstrooiing brengen. Zo vroegen wij Ivo de toelating om het verhaal in 't Zweertdanserke te mogen afdrukken. Ivo, die een fan is van de zwaarddans, stemde graag toe en zo gaat hierbij:
ECCE HOMO
doorheen de middeleeuwse zwaarddans, ieder jaar met halfvasten, op de Antwerpse Hanschoenmarkt
Hij danst. Al wat hij weet, is dat hij danst. Zijn voeten kleppen rikketik op de oneffen keien van het plein voor de kathedraal, terwijl de trage dreun van de trom hem dwingt het ritme te volgen. Hij is de nar. Ontspannen en geamuseerd kijken de omstanders naar zijn fratsen, roepen hem, wenken hem naar zich toe, maar dansen moet hij, zolang de pijpen blijven ronken, zolang er leven rest in hem.
Hij kijkt verstolen om zich heen. De anderen, kameraden van één dag, van één jaar, vormen hun rei met de vastgestelde eeuwenoude figuren, onverstoorbaar, onontkoombaar. Magische rituelen, vluchtige tekens van een onverstaanbare boodschap, zo vaak al geschreven op het plein, en nooit gelezen.
De zwaarden zwaaien, op en neer, op en neer zoals hun rinkelende voeten, op en neer als de dreun van de trom.
Hij hijgt.
Dansen. Tuimelen, molenwieken, grimassen. Nooit rusten, niet eer het einde komt. Hij is een oude man, een bultenaar; hij is een jonge man, een flitsende acrobaat. Hij is elk jaar een ander en telkens weer dezelfde. Eeuwen dwarrelden rond op het ritme van de trom, zwaarden gingen op en neer, maar de nar bleef en ging, en bleef.
De gapers lachen, wanneer hij om zijn as begint te tollen. Nauwelijks is hij zich van hun aanwezigheid bewust, nog minder van de reden daartoe. Hij is wat hij is, hij doet wat hij doen moet, en vraagt niet waarom.
Steeds sneller draait hij, tot het lijkt dat niet hij het is die rondwentelt, het is de kring kijkers om hem heen, vlugger en vlugger, waanzinnig vlug. Spaanse soldaten zitten ertussen, met hellebaarden. Moeders met hun kinderen. De muzikanten, de pijpers en de strijkers, de rinkelende witte dansers. De toren van de kathedraal, de huizen om het plein. Sansculotten en sinjoren, toeristen, kunstenaars, beeldenstormers, een trambestuurder en een pastoor, gezichten, ogen, razendsnel vliegen ze voorbij, starend en lachend, ondereen grappend, mekaar beduvelend.
Hij hijgt, en dwingt zijn voeten in het ritme van de trom, het lukt niet meer, hij struikelt en valt plat op zijn rug. Een schaterlach barst uiteen tegen de oude gevels, terwijl de wentelende mallemolen langzaam uitbolt. Verdwaasd blijft zijn blik tenslotte stilstaan op de hoge wijzers van de torenklok.
Maar de trom dreunt hem weer recht; doorgaan moet hij, nieuwe grollen, verder dansen, hijgend, tot de pijpen zullen zwijgen.
Al dansend hebben de anderen hun cirkel gevormd, mysterieuze figuur, zonder einde of begin. Witte cirkel van dansers binnen de grijze cirkel van toeschouwers. Maar de binnenste cirkel is de nar, die nooit zichzelve kan ontkomen.
Andere kringen overvloeien deze drie, kringen uit een nevelig verleden: één kring van megalieten, één kring van in wit geklede druïdenpriesters, het offermes in de hand, en in de binnenste kring - het offer.
De kring roept hem, en gehoorzaam laat hij zich erdoor opslokken. Hij is toch wie hij is, hij doet wat hij doen moet. Ecco Homo: man van Tollund, man van Golgotha?
Midden in de kring nu, middelpunt van de actie, alle ogen op hem, één ogenblik. Nog blijven zijn voeten het oude ritme roffelen, triomfantelijk als had hij de kring overwonnen. Maar diep in zijn binnenste weet hij hoe schijnbaar elke triomf is, weet hij dat de kring niet te overwinnen is.
Eindelijk zwijgen de pijpen, alleen de trom gaat door, onverstoorbaar, onontkoombaar. De cirkel sluit zich om de nar, dichter en dichter sluipen de zwaarden, omhoog, omlaag, tot één zwaard rijst en daalt en steekt. En voor de zoveelste keer voelt hij de kille pijn die zijn lichaam binnenglijdt.
Het laatste wat hij ziet terwijl hij neerzinkt, is het spottende oog van de onbereikbare torenklok, het eindeloos wentelende wiel.
De nar is dood. Hij was niet oud, niet jong, hij was van één moment. Maar komt er ooit een einde aan het sterven?
Dank U Ivo!
geharrewar
donderdagmorgen 22 juni 1995 - 08.50u
Nar Mark op Renaats antwoordapparaat: of Renaat ervan op de hoogte was dat wij, de zwaarddansers overmorgen, zaterdag 24 juni 1995, optraden in Amsterdam?
11.00u
Renaat op bezoek bij Mark, na met verwondering het bericht te hebben aanhoord, verneemt dat Mark de dag te voren, wanneer hij van de grote dorst een pint ging pakken op de Grote Markt door de kaffeebaas werd begroet met een "Awel, golle got e zaterdag danse in Amsterdam?" Op Marks reaksie vol ongeloof volgt: "Allee, 't stoad in de gazet!" En hij duwt De Nieuwe Gazet onder de neus van Mark en inderdaad staat daar op het eerste blad asteblieft! een artiekel waarin uiteengezet wordt dat de Antwerpenaars om hun eigen folklore te willen zien best naar Amsterdam gaan, want zaterdag 24 juni organizeert één of ander wijkkommittee aldaar een weekend Antwerpse folklore met de schuttersgilden, leerlingen van Studio Herman Teirlinck en ook "de bekende zwaarddansers van Dansgroep Lange Wapper". En wij die van niks weten!!!
11.30u
Na een telefoontje met toerisme, die wel van het gebeuren afweten, maar er niets mee te maken hebben, belt Renaat met De Nieuwe Gazet en vraagt naar de auteur van het artiekel, die hij prompt aan de lijn krijgt. Die brave man haalt er de brosjure bij, waaruit hij zijn informasie gehaald heeft en begint de uren en de plaatsen voor te lezen, waar zaterdag zwaarddansen in Amsterdam uitgevoerd worden. Na enig gesnuffel in de bedoelde brosjure blijkt evenwel nergens vermeld te staan, dat wij, Lange Wapper, die zwaarddansen zouden uitvoeren. Maar, gezien het over Antwerpse folklore ging én over zwaarddansen had hij zelf voor zich uitgemaakt dat het Lange Wapper zou zijn, die daar aan het werk was. Op de vraag of hij een rechtzetting zou publiseren hebben wij na enige aarzeling ja gezegd. Wij veronderstelden dus maar dat één van de Antwerpse schuttersgilden ook een zwaarddans in mekaar geknutseld hadden of dat ze beroep gedaan hadden op dansers van één of andere volkskunstgroep. Ge kunt nooit weten... Maar het verhaal is nog niet ten einde!!!
16.00u
Op Renaats antwoordapparaat dit keer een telefoontje van Schuttersgilde de Crans met vraag om dringend kontakt te nemen... En inderdaad wanneer Renaat terugbelt wordt hem gevraagd of ... Lange Wapper zaterdag in Amsterdam zou kunnen optreden met de zwaarddans!!! Blijkt dat de gilde een akkoordje had gemaakt met een groep zwaardvechters en dat van de zes vechters er twee met bronsjit te bed lagen. En zodoende... Op onze vraag hoe het dan kwam, dat er in het programma sprake is van zwaarddansers, werd ons verteld, dat men in Amsterdam het steeds had over zwaarddansers, terwijl men toch duidelijk gezegd had dat het om zwaardvechters ging. Maar de organizasie liet te wensen over (sic)...
Wij hebben vriendelijk laten weten dat over eventuele optredens wel kan gepraat worden, maar dan wel op tijd!
Eén ding werd ons ondertussen wel duidelijk (of juist niet): in Haarlem had men het aanvankelijk steeds maar over zwaardvechters....
Vrijdag 23 juni 1995
Op bladzijde 13 van De Nieuwe Gazet lezen wij:
Eind goed, al goed!
ossendrecht
30 september is de dag van het jaarlijkse Bal in Ossendrecht. Vriihouden dus en komen dansen! Wij nodigen weerom onze vrienden uit Duinkerke uit, dansen zaterdag met hen en brengen zondag een bezoek aan één of ander muzeum. Wie logeergelegenheid heeft en graag gasten ontvangt weze alvast op de hoogte...
Redaktieadres
Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29
2000 Antwerpen