Nog was de inkt van het vorige 't Zweertdanserke niet helemaal droog of er werd ons alweer een geboorte gemeld! Joachim heet de zoon van Walter en Viviane Schraeyen - Bouwens. Hij meldde zich aan op 29 november 1985, net op tijd om Walter toe te laten de volgende dag met ons op te treden in Holiday Inn! Van harte proficiat en Walter zorgt er wel voor, dat hij mee zwaarddanst over enkele jaartjes... Of wellicht komponeert hij een nieuwe begeleidende muziek?
De drie H’s: Hassan, Hilde en Haroen El Adouli - Vanderlinden hebben begin december een garage gestart in de Sevillastraat in Deurne. Gedaan met Bed en Breakfast! Hassan zorgt voor een ekstra snelle en voordelige service voor alle zwaarddansers en hun simpatizanten. Aanbevolen. En veel geluk in zaken voor HHH...
bij de basken
Hebben wij er een zesde zintuig aan over gehouden? Mogelijk wel. Waar wij het over hebben? Wel, toen wij eind september een vakantie planden in Baskenland, dachten wij er aan eens aan te lopen bij Juan-Antonio Urbeltz, die sommigen onder u nog zullen herinneren als leider van de Baskische groep Argia uit Donostia (San Sebastiàn), die wij in Strážnice aan het werk zagen. Het werd een prettig weerzien. Ook Juan-Antonio is bezeten van de zwaarddans en weet er heel wat over te vertellen. Kennismaken met de Baskische zwaarddanstypes bleek ongemeen interessant. Hadden wij tot dan toe deze dansen op zij geschoven, omdat er geen gesloten kring in gevormd werd, dan bleek al vlug, dat wij ongelijk hadden gehad en dat deze dansen zoveel autentiek zwaarddansmateriaal bevatten, dat zij absoluut als reizwaarddans moeten beschouwd worden. Althans voor een aantal onder hen.
Ter onzer verontschuldiging kunnen wij wel aan voeren, dat de zwaarddansen, die wij op festivals van Baskische groepen te zien krijgen, van een heel ander type zijn. Nu, wat Juan-Antonio wist te vertellen boeide ons ongemeen. Wij hadden er, gezien de periode van het jaar, evenwel helemaal niet mee gerekend een originele zwaarddans te kunnen meemaken. Laat nu - op zondag 29 september - er toch een mogelijkheid zijn een zwaarddans in zijn originele omgeving mee te maken! Blijkbaar te danken aan dat zesde zintuig, waarover ik het had in de inleiding!
Vanzelfsprekend werd er niet geaarzeld. En ook Juan-Antonio zou aanwezig zijn. Waar? In Xemein (spreek uit Zjemeïn), een plaatsje dat met Makina één geheel vormt, hoewel er twee afzonderlijke administraties zijn. De dans wordt gewoonlijk vermeld als deze van Makina, al wordt hij in Xemein uitgevoerd, zij het door het team van Makina. Makina is een plaatsje van zo'n zesduizend inwoners, gelegen op een vijftiental kilometer van de kust, zowat halfweg tussen Bilbo (Bilbao) en Donostia (San Sebastian). Wij geven de Baskische namen met tussen haakjes de meer bekende Spaanse benaming van de plaats. Het bekende Gernika (Guernica) ligt in de buurt.
Waarom danst men daar in godsnaam op 29 september? Laat mij eerst vertellen, dat er gedanst wordt voor een kerk, een kerk die toegewijd is aan de Aartsengel Michaël. Nu is 29 september het feest van deze aartsengel. Vandaar...
Laat mij nog vertellen, dat ik al vele kerken heb bezocht, maar dat dit kerkje er eentje is, dat mij steeds zal bijblijven! Van buiten heeft het gebouw, dat dateert van 1741 weinig te bieden, maar binnenin staat ge voor één van de verrassingen van uw leven:
de kerk is gebouwd over een megalitisch monument heen!!! Een altaar bevindt zich aan de voet van drie reusachtige op elkaar gestapelde stenen, die bijna de hele kerk vullen. Adembenemend is te veel gezegd, maar wel verbazingwekkend.
Naast de kerk bevindt zich het voormalige gemeentehuis. Op, het plein ervoor had men een reusachtig zeil gespannen, naar wij dachten
ter bescherming van de zonnestralen, maar naar men ons verzekerde in feite ter bescherming tegen de regen! Want hoe ongemeen mooi het weer er ook was tijdens ons hele verblijf men bracht ons aan het verstand, dat het ook in Baskenland deftig kan regenen... Klokslag twaalf (middag) verschijnen daar de zwaarddansers. De mis is afgelopen en er heerst nu een echte kermisdrukte. Kermisstemming, die onderhouden wordt door de talrijke standjes, waar men gerechten bereidt, langs de weg van Merkina naar Xemein. Hiernaast geven wij de manier van opkomst weer zoals wij ze vonden in een artiekel van Juan-Antonió.
Er zijn drie soorten dansers: Er is de Maisuzarra, die twee zwaarden met de punt vasthoudt en op die manier voert hij twee rijen aan, die telkens hun zwaard aan de voorganger geven.
Die dansers noemt men de ezpata-nausiak, wat grote zwaarden betekent. Deze opstelling wordt voorafgegaan (wij dachten gevolgd gezien te hebben...) door twee afzonderlijke dansers, die in iedere hand een zwaardje dragen, waarvan het handvat bedekt is met een wit kanten doekje. Zij dragen die zwaardjes op borsthoogte, de armen uiteraard geplooid, de zwaardpunten naar boven gekeerd.
De kledij? Wit met rode band en sjerp en muts. Rode streep op de broek. Espadrilles wit en rood. Eén eigenaardigheid: alle dansers dragen een scapulier van de Aartsengel Michaël. De leider of maisu-zarra draagt een donkerkleurige gilet. Nog dit: de tweeafzonderlijke dansers heten ezpata-txikiak (kleine zwaarden).
De muzikale begeleiding is typisch baskisch: txistu (een soort schalmei en kleine trom, bespeeld door één enkele persoon.
Onmiddellijk na de intrede gaat de dans van start. De dans duurt niet erg lang misschien hooguit een vijftal minuten...
In het eerste gedeelte voeren de dansers in de beginopstelling hun typische baskische passen uit. Er wordt ook een brug gevormd, de zwaarden boven. Dan verlaat de kapitein de dans en kijkt onbeweeglijk toe hoe de overige dansers een ster vormen. De maisu-zarra neemt plaats op de ineengevlochten, zwaarden en wordt de hoogte ingeheven (zie voorpagina). Vanuit deze verheven positie slaat hij het tweede gedeelte van de dans gade: de twee afzonderlijke dansers gaan als het ware een gevecht aan. Het doet in sommige bewegingen denken aan de dans, die de koningen uitvoeren in de zwaarddans van de Joegoslaven uit Korčula, die wij ook in Strážnice aan het werk zagen. De zwaardjes worden boven het hoofd gekruist, achteruit gezwaaid, de dansers wisselen plaats. Duidelijk wordt een gevecht uitgebeeld. Er is geen verliezende partij. Dit gedeelte eindigt met een groet van beide dansers. Nu stijgt de dansleider van zijn hoge kijkuit en met een aantal dansfiguren wordt nu de beginopstelling hernomen. De dans is teneinde.
De dansers en een aantal genodigden krijgen nu een stukje te eten in de bovenzaal van het oude gemeentehuis en beneden wordt er door de toeschouwers lustig geborreld en geëten.
Voor de zwaarddansers is het voorlopig gedaan. Zij komen 's avonds terug bij elkaar in een gelegenheid, samen met de meisjes van de groep, waar zij een gezamelijk maal houden, waarop ook de burgemeester en zijn vrouw zijn uitgenodigd.
Bij het einde van de maaltijd wordt er andermaal opgestapt naar de dansplaats, waar om middernacht terug gedanst wordt! Nu echter geen zwaarddans meer, maar andere dansen, meestal mannendansen.
Wat een verschil met Tsjechoslowakijë! Hier geen vrolijke bedoening, maar een ernstig gehouden dans, die echter (omwille van de temperatuur?) weinig indruk maakt op de toeschouwer.
De man achter deze traditie is Felipe Amutxastegui, een vrolijke, uitbundige en welbespraakte bask, die wij nog eens hopen te mogen verwelkomen met zijn groep en zijn zwaarddans.
Iets willen wij toch nog aan dit artiekeltje toevoegen. In zijn boekje over de vlaamse zwaarddansen, wees E. Verstraete op het feit, dat niet alleen op de gekende Breugel- prent, maar ook op een afbeelding van een zwaarddans uit Zürich de anomalie(?) voorkomt, dat één of meerdere dansers of twee punten of twee heften vasthouden. De Baskische rijenopstelling geeft hierop misschien (gedeeltelijk) een antwoord. Zo zou de Breugelafbeelding misschien te interpreteren zijn als ontstaan uit een aanvoerder met twee rijen van vijf dansers. Zo komen wij alleszins terecht bij het eigenaardige getal van 11. Maar nog klopt niet alles, zodat we dit achteraf eens grondiger zullen moeten bekijken. In ieder geval openen deze baskische landelijke zwaarddansen interessante nieuwe perspectieven.
Wat is het lang geleden, dat we nog op speurtocht zijn geweest! De laatste nota's vinden wij terug in nummer 57 (juni 1984)! Wij zaten toen in Aalst en hadden het over de twee teksten, die er in het jaar 1439 in de stadsrekening voorkwamen en waarin sprake was van een zwaarddans.
Bij die tweede tekst, die sprak van ghesellen van ghenouchten van binnen Aelst, moeten wij toch nog even een kanttekening maken. In de tekst is er sprake van een spel, dat zij up ghestelt hebben. Met andere woorden zij hebben een spel te spelne met zweerden ende anders gekreëerd. Maar dans was dergelijke spel blijkbaar niet gekend? Is de zwaarddans in Aalst dan niet ouder dan 1439? Een sluitend antwoord is ook hierop niet te geven. Maar de tekst geeft wel te denken ...
REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48