Wij hadden aanvaard 12 augustus op te treden tijdens de Rederijkersfeesten te Antwerpen. Met, naar onze smaak, een aanvaardbaar sukses... Wij kregen nu van de inrichters het Verslag '84 toegezonden. Ziehier, wat Mark Van Strydonck over onze bijdrage schrijft:
Volksdansgroep LANGE WAPPER en muziektrio EMBRYO
Wij kunnen ons moeilijk een muziekgroep en een volksdansgroep indenken die beter in het kader van een toneelfestival passen dan EMBRYO en LANGE WAPPER.
Beide groepen brengen een act die naast de eigenheid van hun specifieke kunstuiting een uitgesproken theatraal karakter heeft.
Neem nu de muziekgroep EMBRYO. Het zijn op zichzelf beschouwd en ook als groep goede muzikanten. Indien het daar bij bleef dan zou hun aanwezigheid op de feesten helemaal niet zijn opgevallen bij het publiek, waarvan de aandacht getrokken wordt door visuele aspekten, kleur, beweging en lawaai.
Zij weten echter door hun kleding en hun manier van presentatie het publiek te lokken en een extra dimensie aan hun optreden te geven. Alhoewel muziek spelen het hoofddoel blijft van hun optreden, brengen zij ook een vorm van toneel. Zij zijn afgestapt van het muziek beluisteren om te komen tot een muziek bekijken. Voor een openluchtgebeuren is dit wel zeer belangrijk.
Op gelijkaardige wijze vinden we een theatereffekt terug bij LANGE WAPPER. Vele optredens van volksdansgroepen komen bij het (niet-ingewijde) publiek zeer steriel over. Men heeft danspasjes geleerd en men tracht die zo goed mogelijk uit te voeren. De vreugde, het plezier waarmee de volksdansen in hun oorspronkelijke kontekst (volksfeesten, bruiloften, oogstfeesten, enz.) nauw verbonden waren vindt men niet meer terug, behalve dan bij Lange Wapper. Bij Lange Wapper verloopt alles op een vlotte natuurlijke wijze. Men krijgt nooit de indruk dat de dansers een ingestudeerd nummertje aan het opvoeren zijn. Er wordt gepraat, gelachen, soms valt eens iemand uit '’zijn rol”, zonder echter dat dit de voorstelling stoort. Het optreden is speels en als toeschouwer krijg je zelfs zin om aan dit gebeuren aktief deel te nemen.
** ** ** ** **
Awel, zou ik zo zeggen, dat kan tellen. Eerst en vooral doet het plezier te weten, dat wij nog blijkbaar altijd op het juiste spoor zitten: volkse dans in zijn originaliteit en spontaneïteit brengen! Verder vinden wij het plezierig als een unikum beschouwd te worden... dat komt onze dikke nek ten goede! Maar...
Ons spijt het, dat wij van de drieëntwintig zwaarddansers en zo weinig te zien krijgen bij zulke optredens... Vinden die zich maar alleen belangrijk genoeg om deel te nemen aan het toppunt van ons jaar: de zwaarddans? Een beetje meer belangstelling voor de overige aktiviteiten (vrijdagse bijeenkomst bijvoorbeeld) wordt zeker erg gewaardeerd...
uit de familie
Onze gelukwensen gaan dit keer uit naar Hilde Vanderlinden en Hassan El Addouli die in de loop van de maand augustus in Marokko in het huwelijksbootje stapten. Een beetje laat misschien, maar ja, Hilde en Hassan hadden blijkbaar ook weinig haast om terug te komen! Zijn ze laat, onze gelukwensen zijn er desnietaltemin niet minder hartelijk om!!!
Zes dappere Helden
Sommige Engelse zwaarddansen hebben nog bindingen met het volksteater. Andere hebben deze binding sedert lang verloren of het teatrale is herleid geworden tot een inleidend lied, dat de naam "calling on song" krijgt en waarin de dansers stuk voor stuk aan het publiek voorgesteld worden als traditionele figuren of als helden.
Dikwijls is het zelfs nog verder gereduceerd tot een kort inleidend versje. Zo begint het North Skelton team als volgt
Sword dancers we are young,
We’ve never danced here before,
We'll do the best we can,
And the best can do no more.
Daarna roept de captain of de nar het team "Rattle up" toe en de dans begint.
Rattle up - My Boys
Tal van de 24 volledig opgetekende Engelse zwaarddansen bestaan uit één enkele, doorlopende vertoning. Enkele zijn opgedeeld in vijf, in één geval zelfs in zeven, aparte figuren, die telkens beginnen met een refreinfiguur om te eindigen met een "lock" (roos of ster). Beide hebben tal van figuren en bewegingen gemeen. Praktisch alle dansen beginnen met een "high basket" (hoge korf), waarbij de punten van de zwaarden hoog boven het middenpunt van de kring gekruisd worden. Wanneer de muziek begint, slaan de dansers de zwaarden ritmisch tegen elkaar, terwijl de beweging in cirkel een aanvang neemt.
De gebruikte passen variëren van een huppelpas tot een gemakkelijke, snelle gaanpas, met tal van varianten tussen deze beide uitersten. Maar slechts zelden vinden wij iets terug van het komplekse voetwerk dat zo kenmerkend is voor andere types van rituele dansen. Zo zijn er ook weinig Longsworddansen die pasvarianten of meerdere passen tonen. Toch heeft bijvoorbeeld de dans van Grenoside sommige elementen in zich van de "shuffle stepping" (schuifpas) met klompen. De dans wordt trouwens met klompen (Engelse dan wel) uitgevoerd.
mark schrijft
Goede vrienden allemaal,
11 juli 1984 en eindelijk heb ik even de tijd gevonden om jullie wat over mijn "nieuwe" leven te vertellen. Mijn eerste maand in Ivoorkust is zonder uitzonderlijke problemen verlopen. De eerste twee weken heb ik bij mijn zus gelogeerd, maar zodra ik de mogelijkheid zag heb ik mij een eigen gemeubeld studiootje gehuurd. Voor zover dat op zo'n korte tijd mogelijk is begin ik me hier al goed thuis te voelen.
Aan al diegenen die nu opeens hun valiezen zijn gaan maken om ook naar hier te komen om veel geld te verdienen zonder te werken kan ik al wel zeggen dat ze daarvoor beter in Europa kunnen blijven. Een gewone werkdag, en zo hebben ze er hier regelmatig zeven van in één week, begint hier rond 7.00 uur (9.00 uur bij jullie) en duurt tot 19.00 uur. Daar er hier echter eigenlijk niets “gewoon” is gebeurt het ook wel dat ge enkele uren, soms zelfs halve of hele dagen, niet veel te doen hebt. Maar ge weet nooit op voorhand wanneer dat is en hoe lang dat gaat duren, dus is plannen er niet bij.
Zoals jullie weten, of niet weten, werk ik hier als ships-handler in de zaak die mijn jongste zus hier drie jaar geleden begonnen is. Dat wil zeggen dat wij de schepen die hier aanleggen om te laden en/of te lossen, of die hier op volle zee voorbijvaren, bevoorraden van voedsel, kleding, gereedschap, kortom van al het mogenlijke en vooral het onmogenlijke dat ge u maar kunt inbeelden. Daar wij één van de twee enige firma's zijn die taxe-free kunnen (mogen) leveren doen wij ook goede zaken met de Ambassades. Het toffe van deze job is dan ook, buiten de goede pree, het kontakt dat ge hebt met de kapiteins en met het hogere personeel op de boten en ook met de mensen van de Ambassades. Dat zijn beide groepen mensen, die heel wat van de wereld gezien hebben en waarmede , ge dus een serieus gesprek .kunt voeren. En ik kan u verzekeren dat ge daar regelmatig wel nood aan hebt, tussen die wilden. Als ge zo gedurende de dag op een boot bent voor de zaak dan gebeurd het bijna dagelijks dat ge uitgenodigd wordt om te komen avondeten. Ook wordt ge regelmatig gevraagd of ge niet een goed en veilig restaurant kent en/of enkele bars waar ge als Europeaan levend buitenkomt, en of ge niet meekomt. Ge ziet, als ge wilt en tijd hebt, kunt ge hier goed leven. Wat mij tot nu toe uit die gesprekken vooral is bijgebleven is dat heel veel zeelui hun hart niet in Heidelberg waar wel in Antwerpen hebben verloren. Als ge die kerels onder elkaar over "onze stad" hoort praten, dan begint uwe neus te krullen, en dat kan deugd doen, maar ook krijg ik dan wel eens heimwee naar de Schelde, de Katedraal, de café’s en al mijn vrienden, maar ja...
Wat ge hier tussendoor nog. zoal kunt meemaken?
REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48