Verdorie, verdorie

wat lopen wij weer achter!!! Vliegt de tijd nu zo snel? Of zijn wij zo lui? Of hebben wij zoveel werk? Het zal wel alles een beetje tesamen zijn. Misschien was er ook al een gebrek aan inspiratie, maar wat wilt ge na 57 (ja,ja, zevenenvijftig nummers zijn er al verschenen - en dit is achtenvijftig) nummers...

Maar, mannekes, ge moet een beetje meer achter onze redaktionele veren zitten, hé... Als gij vraagt naar 't Zweertdanserke, dan weten wij, dat er belangstelling is en dan kruipen wij met plezier achter ons machientje.

Nu wij serjeuze klachten krijgen (zo van: ik heb al zolang betaald en ik heb nog altijd niets gezien...) gaan wij er eens ekstra werk van maken. Verschiet dus niet, als ge om de week een ‘t Zweertdanserke in uw bus vindt ... Dat ligt dan bij de redaktie, die (eindelijk) de handen uit de mouwen gestoken heeft!

*****

Gelukkig hebben wij een helpende hand toegestoken gekregen: wij hadden toch - zonder er bij na te denken - in het meinummer aan Ivo Van Orshoven, de broer van onze vertegenwoordiger in Abidjan, gevraagd of hij misschien eens een kort verhaal voor ’t Zweertdanserke wou schrijven... én op een goeie dag - wij waren het eerlijk gezegd glad vergeten - krijgen wij telefoon: Ivo, die vroeg of wij dat nu serjeus gemeend hadden en dat hij een verhaal op zou zenden en of wij daar gelukkig mee waren. Wij stonden met onze mond vol tanden... En daarom zeggen wij nu eerst: bedankt, Ivo. Wij vinden het prachtig en ge moogt er gerust nog een schrijven, en dat mag dan ook wat langer zijn, zulle!

Dus, hierbij gaan wij dan met ons eerste kort verhaal. Vermits dit een juli-augustusnummer is en het dus midden in het verlof valt, is een stukje litteratuur op zijn plaats, nietwaar?

esce homo

Hij danste. Al wat hij wist was dat hij danste. Zijn voeten gingen rikketik op de oneffen keien, terwijl de trage dreun van de trom hem dwong in het ritme te blijven. De omstaanders keken geamuseerd en ontspannen naar zijn fratsen, maar dansen moest hij, zolang de pijpen zouden blijven ronken, zolang er leven was in hem.

Hij keek rond zich. De anderen, kameraden van een dag, van een jaar, vormden hun reimet de vastgestelde eeuwenoude figuren, onverstoorbaar, onontkoombaar. De zwaarden zwaaiden, op en neer, op en neer zoals hun rinkelende voeten, zoals de dreun van de trom.

Hij hijgde.

Dansen. Tuimelen, molenwieken, grimassen. Nooit rusten, tot het einde komt. Hij was een oude man, een bultenaar; hij was een jonge man, hij was een flitsende akrobaat. Hij was steeds anders en telkens dezelfde. Eeuwen warrelden rond op het ritme van de trom, zwaarden gingen op en neer, maar de nar bleef en ging, en bleef.

Het publiek schaterde en applaudiseerde toen hij om zijn as begon te tollen. Steeds sneller draaide hij tot hij zag dat het de omstaanders waren die rondflitsten, vlugger en vlugger, waanzinnig vlug. Spaanse soldaten zaten ertussen met hellebaarden, en sansculotten, Calvinisten, de toren van de kathedraal, een trambestuurder en de pastoor, razendsnel vlogen ze hem voorbij, starend en lachend, ondereen grappend, mekaar beduvelend.

Hij hijgde en dwong zijn voeten in het ritme van de trom, het ging niet meer, hij struikelde en viel op zijn achterwerk. Een schaterlach barstte open tegen de oude gevels, terwijl de wentelende mallemolen langzaam uitbolde tot zijn blik bleef stilstaan op de hoge wijzers van de torenklok.

De trom dreunde hem weer recht; voort moest hij, nieuwe grollen, steeds dansen, hijgen, tot de pijpen zouden zwijgen.

De anderen hadden al dansend hun cirkel gevormd, mysterieuze figuur, geen einde en geen begin. Steeds nieuw begin en evengoed onmiddellijk einde. Zoals de nar zelf. Hij was de cirkel, nooit kon hij eraan ontsnappen. De cirkel riep hem, en gehoorzaam liet hij er zich door opslokken.

Midden in de kring nu, middelpunt van de aktie, alle ogen op hem, één ogenblik. Nog roffelen zijn voeten het oude ritme, triomfantelijk had hij de kring overwonnen. Maar diep in zijn binnenste weet hij dat elke triomf maar schijn is, dat de kring niet te overwinnen is.

Dan zwijgen de pijpen, alleen de trom gaat door, onverstoorbaar, onontkoombaar. De cirkel sluit zich om de nar, dichter en dichter sluipen de zwaarden, omhoog, omlaag, tot één zwaard rijst en daalt en steekt. En voor de zoveelste keer voelt hij hoe de kille pijn hem over vloeit terwijl hij neerzinkt, het oog gericht op de cirkel van de torenklok.

De nar is dood. Hij was niet jong, niet oud. Hij is van één moment; hijdanst in eeuwen.

Ivo Van Orshoven.

 

narrenpak

Tragedie in drie bedrijven (of meer). Derde bedrijf.

Mark Van Orshoven vertrekt naar Abidjan. Laatste groeten. En o, ja, het narrenpak staat bij ons moeder, het moest nog gewassen worden. En Mark verlaat ons... Begin Augustus. Wij beginnen aan de narrendans te denken. Leo Van Loon bereid zich voor en Renaat belt met de ouders Van Orshoven. Paniek. Niemand weet iets over een narrenpak. Geen nood: het duikt toch op... En Renaat naar 's Gravenwezel om het op te halen. Een beetje babbelen, een zak met het narrenpak krijgen en dan op het punt staan weg te gaan. Kijk nog maar eens na of alles er is. En dan blijken noch de narrenmuts, noch de speciale narrenschoenen in het pak aanwezig te zijn! Andermaal paniek. De ladder wordt bovengehaald en op zolder wordt gezocht naar de ontbrekende onderdelen. Maar noppes... Dan Mark proberen te bereiken in Abidjan. Maar even onbereikbaar als hij in Antwerpen was, is hij in Abidjan...

En zo moesten we Leo een beetje alimprovis aantakelen: hij kreeg die bordo flaphoed van de Heiluizer op zijn kop en trok witte espadrilles aan... En voelde zich wat ongelukkig.

Wij kwamen er tenslotte achter, dat de mankerende stukken in een rood-wit plas­tieken reiskoffertje zitten, maar dat is dan weer spijtig genoeg nergens te vinden. Doek voor het derde bedrijf.

Wij gaan Leo een nieuw kostuum bezorgen en ook een héél schoon...

Even geduld, Leo. Tegen de volgende zwaarddans.

 

?

Tuur rijdt nog altijd rond met één witte (nu,ja, was wit) zwaarddansersbroek in haar auto. Van wie is dat ding ???

 

data

In het meinummer stonden de data niet heel klaar bij elkaar. Daarom herhalen wij ze hier nog even in kort bestek:

28 oktober wordt het koppentellen.

25 november: herhaling

16 december: Herhaling

27 januari; herhaling

17 februari: herhaling

10 maart: herhaling

17 maart: zwaarddans nummer 16.

 

bleus 

Drie nieuwe gezichten dit jaar: Erik en Mark De Wachter, Wim Deroo. De beide eersten nog erg jong (tenminste naar de maatstaven van het gros van de zwaard­dansers!) en student (met min of meer sukses...). Mark is met ons al mee naar Malton getrokken, net als Wim Deroo trouwens. Beide hebben ze het klappen van de zweep al gevoeld... 

Nee, Wim is geen student, maar bouwvakker en kan best tegen een beetje kou... Wij hopen, dat ook zij vele medailles mogen behalen.

 

weg

Iemand waar wij geen nieuws meer van hebben is Daniël Lytens. Na één jaar entoeziast te hebben meegedanst is hij verdwenen. Zo blijft er nog één enkel plaatsje vrij: wij zitten inderdaad aan 23 zwaarddansers.

Maar misschien komen er nog plaatsen vrij. De opvolger voor Mark Van Orshoven wordt Leo Van Loon. Maar meteen verdwijnt er een zwaarddanser. Al moeten wij er bij zeggen, dat  Leo er op staat af en toe ook nog eens te zwaarddansen. In ieder geval zullen er een paar moeten opgeleid om plaats nummer twee in te nemen. Leo heeft dat jarenlang op een uitstekende manier gedaan.

Dan heeft ook Koen Van den Hof laten weten, dat hij er aan denkt, van te gaan varen. Hij hoopt einde september te vertrekken en denkt niet te kunnen aanwezig zijn in maart 1985. Maar er loopt intussen nog veel water door het Scheld.

Wie volgend jaar misschien ook moeilijk zal kunnen aanwezig zijn, is Walter Schraeyen, want die moet dan weer naar het leger...

Zo te zien schijnt er weinig kans te zijn, dat wij het volgend jaar met twee teams tezelfdertijd zouden kunnen dansen. Die oude droom... Er is trouwens nog een probleem in verband met materiaal: hemden, schoenen zijn er voldoende in aantal, maar gordels, beengordeltjes en vooral zwaarden stelt een probleem. Voor dit laatste heeft intussen Mon Westers beloofd, dat hij zou proberen iets te versieren... Dat heeft hij intussen ook geberlikt voor de kleine zwaarddans.

 

! 

Ons zwaarddansboek komt er!!! Dik wordt het: 64 pagina's! 16 tekstbladzijden en 48 prachtige foto's. An Bruloot en Renaat Van Craenenbroeck zorgen ervoor dat het prima wordt. Meer in volgend nummer...


REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu