gelukkig nieuwjaar!
voor u allen, om te beginnen. De beste wensen, een goeie gezondheid, het beste met de familie en vanwege ons héél speciaal: héél véél plezier aan dans en muziek in 1984. Wij van onze kant rekenen dan weer op uwe (zeer gewaardeerde) medewerking aan al de activiteiten van de groep, voor zover het binnen uwe mogelijkheden ligt. Iedere pozitieve bemerking, ieder toegestoken handje steekt ons een riem onder het hart (of moet het precies omgekeerd zijn?). Bedankt op voorhand.
Drie januari was de eerste dinsdag van de maand en weer staken de koppen van het bestuur bijeen om plannen uit te broeden, Dat ging dit keer erg vlug van der hand, niet omdat de vermoeidheid van de voorbije nieuwjaarsdagen nog in het vlees en de geest zat, maar omdat er één van het zevental verjaarde (Renaat om hem niet te noemen). Vwalla wat we voor u hebben af geluisterd:
Wat de aanvraag van onze vrienden van Grenoside betreft (eerste weekend van juli 1985 - zie vorig ’t Zw) zal pozitief geantwoord worden. Wij ontmoeten hen in Malton en dan kan de zaak best verder uitgesproken worden.
meezenvangers
Wij hebben deze prachtige illustratie van de hand van Lodewijk Van Aken ontleend aan het gekende boek van Edward Poffé Plezante Mannen in een Plezante Stad (Antwerpen tusschen 1830 & 80), oorspronkelijk uitgegeven in 1913. Het geeft een beeld weer van een optocht van de mezenvangers, die interessante restant van de mannenbonden, zoals ze ondermeer in Antwerpen nog rond de jaren dertig voorkwam. Véél weet Poffé er niet over te vertellen, maar wat hij vertelt halen wij graag voor u hier naar voren;
De Grootemarkt krielde van volk. Onder het frisch gebladerte van den vrijheidsboom stond een groep van wel twintig, dertig man, elk voorzien van een tinnen beker, elk gewapend met eene teerroede. Zij zongen met begeleiding van tromgeroffel en rukten eindelijk op achter een ouden zondebok, met geborduurden rok en steekhoed, die eenen uil in een teenen korf droeg. En twee aan twee stapten de lustige kameraden naar den buiten, onder ’t aanheffen van het volksdeuntje:
Is er dan geen olie in de lamp,
Dat de lamp zoo duister brandt?
Sapperdebleu....
Dat waren nu de meezenvangers, de mannen die, zooals ’t hiet, "met den uil uitgingen", om, uit louter vermaak, meezen te vangen, de mannen van de Mosselbank, de Blinde Club, uit den Sint-Hubertus, op de Burchtgracht, of de Blinde Uilen, Uit de Drie Hespen, achter ‘t Vleeschhuis, wier uilen de grootste namen uit de geschiedenis droegen: Wellington, Blucher, Napoleon.
Als er een hunner - ik bedoel: een van die uilen - kwam te sterven, dan werd op plechtige wijze de weet bekend gemaakt aan de bevriende vereenigingen, men stelde het lijk tusschen vier kaarsen tentoon en om troost te vinden over het geleden verlies schaarden de kameraden zich rond een vriendenmaal, waarop de lofrede van de overledene werd uitgesproken.
't Was louter vermaak, zei ik, welk deze jonge mannen op rooftocht uitzond, want de meeste vogels, die met behulp van den uil gevarigen werden, schonken zij weg aan vrienden en bekenden - en de fatsoenlijkste burgers namen aan deze onschuldige uitspanning deel.
Die kinderen uit de buurt deden de zingende en roffelende meezenvangers uitgeleide tot aan de stadspoorten, en keerden dan terug, want ze wisten, dat de "uilenmannen" twee, drie uren verre gingen, naar de Luithagen, naar Jan Stek en elders, waar ze den ganschen dag bleven. Gewoonlijk kwamen zij niet voor den avond huiswaarts, en het behoorde onder de zeldzaamheden, dat men er onder de terugkeerenden aantrof, die de grenzen der matigheid waren te buiten gegaan.
Iets eerder geeft Poffé nog volgende tekst, over de kledij, maar het is niet geheel duidelijk of deze tekst op de mezenvangers betrekking heeft. Het is namelijk zo, dat menig detail van zijn beschrijving afwijkt van de bijgaande prent...(witte broek - pet op één oor). Had hij het misschien over de burgerwacht of gard-sivik? Ziehier de tekst
Op eens weerklinken de vroolijke tonen van een waldhoren, begeleid door het roffelen eener trom. Kinderen en groote menschen snellen de straat op en flinke, jonge mannen, een stevigen stok in de hand, de pet op één oor, in witte broek, verlaten hunne woning en stappen naar hunne vergaderplaats, de Grootemarkt, terwijl hun losse, lijnwaden kiel, glimmend van ’t heet ijzer der nijvere strijkster, als een vlag om hunne beenen flappert.
Het zicht alleen van die blauwe, lange kielen was een kermis voor onze oogen, die er van verre onzen beminde zagen meê aanstappen. Stevig gevat rond de polsen en aan den hals zwierig gesjord met een lint dat in plooikens was gestreken, op de borst los en open, zoodat het hagelwit hemd zichtbaar bleef, was er geen overkleed dat het bij den kiel kon halen.
Neen, Poffé is zeker niet vrij te spreken van een overdadig burgerlijk romantisme. Mogen wij de mondelinge overlevering geloven, dat was de bedoeling van de mezenvangers enkel en alleen een stevige pint te gaan pakken. Al met al blijft het een zeer interessant gebeuren: optocht van een mannenbond met een narrenfiguur aan het hoofd... Wie kan er ons nu helpen aan een steek, een kevie ( zie model op de afbeelding), tinnen bekers, hoge hoeden? En kent er soms iemand de zangwijze van het aangehaalde liedje?
vanuit de hemel
Sinterklaas stuurt langs deze weg de welgemeende felicitaties aan Lieve Van Velthoven, die op 11 december liefst een dertigtal kindjes van zijn aanwezigheid liet genieten. Hij Hoopt volgend jaar weer uitgenodigd te worden en hij hoopt er dan nog meer jonge vriendjes te vinden...
foto’s
Rond Nieuwjaar kregen wij uit Tsjechoslowakije een brief. Er in: drie foto's - twee van ons en één van de engelsen (alles in de optocht van zaterdag in Strážnice). De klisjees waren bijgevoegd. Maar geen briefje, wel was een afzender vermeld: J.Režňak, Suchovské mlyny 188 - 69675 Nova Lhota. Kent iemand deze vriendelijke meneer of mevrouw?
Af geruime tijd terug kregen wij ook een stel leuke foto's toegezonden vanwege Zvonimíra Kubičková, die op het festival tolk en begeleidster van de Joegoslavische groep was. Tijdens haar vakantie ging zij dan ook naar Korčula, op uitnodiging van de groep. Omdat zij wist, dat wij erg gesteld waren op dokumentatie betreffende zwaarddansen, vroeg en kreeg zij een fraai boekje van een zestigtal bladzijden, betiteld L'ancien jeu chevaleresque de Korčula - Moreska. Het bevat een resumé in het frans van een uitgebreide studie van de lokale zwaarddans en maakt nu deel uit van ons documentatiecentrum.
Van dichter van bij ons kregen wij ook nog enkele foto's: van Hilde Vanderlinden over het optreden in Strážnice en van Hedwige Buts van het optreden in Sint-Niklaas.
Bedankt! Bedankt! Heeft er nog iemand foto's van de zwaarddans van vorig jaar (1983) voor ons archief? Welkom!!!
REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48