ippipip
Gemerkt, dat gij met deze 't Zweertdanserke nummer 50 onder ogen hebt? Wij zijn daar eerst en vooral fier op, maar tezelfdertijd ook blij, dat wij het zover hebben kunnen brengen. Wanneer er aan de uitgave begonnen wordt van zo'n tijdschriftje als 't Zweertdanserke, dan realizeert niemand zich, dat men viereneenhalf jaar later aan het vijftigste nummer zal gearriveerd zijn. Het is dan ook een verrassing, want niet zo héél veel van die blaadjes is een lang leven beschoren. Dat leven hebben wij te danken aan de simpatie en de belangstelling van ieder van de lezers. Bedankt daarvoor: het geeft ons de nodige koeraazje om de achterstal op een drafje in te halen. Wij hebben de eerste vier jaargangen laten inbinden in twee keurige boekjes en toen stonden wij zelf versteld wat een dokumentatiemateriaal dat allemaal vertegenwoordigde. En niet alleen over onze groep. Wij hebben blijkbaar, toen wij in mei 1979 het eerste 't Zweertdanserke de wereld injoegen om het tienjarig bestaan van de zwaarddans te vieren, een energieke muze onder de arm genomen.
Om nummer 50 te vieren hebben wij het in kleur geprobeerd... Wie weet wordt dat nog eens maandelijkse kost!
bestier
8 november hebben de wijze dames en heren van het bestier hun koppen voor de tweede keer bij mekaar gestoken. De reporter van 't Zweertdanserke was ter plaatse en brengt u hierbij verslag.
start
Twintig hebben wij er geteld. Twintig zwaarddansers, die er willen bijzijn volgend jaar met 1 april. Eentje liet zich verontschuldigen: Leo Van Loon, die zijn laatste verlofdagen met moeite kon slijten. Dat Herwig Bauweraerts niet (te laat) kwam opdagen en helemaal niets liet horen verwonderde ons allemaal. Wij hebben hem echter op de tweede herhaling mogen zien en toen bleek hij na een eerste vergeefse poging om zijn afwezigheid te melden, verdere aanmelding glad vergeten te zijn. Allee, goed voor éne keer, hé! Van twee krawaten zijn wij echter zonder nieuws. Een eerste is Pieter Bombeke. Maar die zit tegenwoordig nog zo weinig in onze treffelijke stede, dat wij niet weten of hij al wel weet, dat wij terug begonnen zijn. Pietje jongen, gij laat het er toch niet bij zitten na veertien jaartjes, zeker? Of wordt het buikske te zwaar? Wie er ook nog ontbrak is Daniël Lytens. Eén van de entoeziaste nieuwelingen van vorig jaar. Wij zitten zonder nieuws...
Bizonder genoegen deed het ons dat Frank Claes terug voor de pinnen kwam. Tof, Frank! Verder kwamen drie nieuwelingen de rijen aanvullen: Erik en Mark De Wachter. Beide nog student en erg jong. Zonen van Hilde Van Ingelgom, destijds ook nog Lange-Wapperlid. Nummer drie is Wim Deroo (door de meesten gekend als De Witte). Een struise bouwvakker, die weinig moeite heeft met dat zwaardje...
Duiken die twee ontbrekers nog op, dan zitten wij aan ons maksimum van vierentwintig zwaarddansers. Dansen met 2 teams zal echter nog wel een tijdje een wensdroom blijven. Danstechnisch kunnen wij het volgens Renaat wel aan, maar wat ons ontbreekt is het materiaal : een tweede stel zwaarden en niet vergeten: zowat twaalf stuks schoenen, gordels, beenbellen, hemden meer!!! Neen, om dat waar te maken moeten wij deftig sparen!!!
kreatie
Op het bal van de nar verraste ons mevrouw Mees, de schoonmoeder van Marc Hanssens met een prachtig portret van Marc als zwaarddanser in ... brooddeeg! Proficiat, echt knap werk en plezierig bedacht. Als wij volgend jaar ook nog spekuloos-zwaarddansers hebben, wie vindt er dan nog een andere mogelijkheid?
eksport
Dat Renaat Van Craenenbroeck er niet meer altijd bij is op alle aktiviteiten verwondert sommigen. Denk niet, dat hij er de buik van vol heeft. Alleen is hij stilaan - buiten de Lange Wapper - een veel gevraagd kurzusleider geworden, vooral dan in Wallonië en nu ook meer en meer in Frankrijk. Zo zat hij van 11 tot 13 november in Parijs voor een kurzus Danses Flamandes. Het is allemaal zowat een jaar of zeven terug begonnen in Neufchateau, aan de Académie d'Eté Internationale de la Wallonie. Onze vlaamse dansen en de Lange-Wapper-kreaties vonden daar een ruime weerklank. De manier van lesgeven, die wij in onze groep op punt hadden gesteld: analize van bewegingen, bestudering van balans, per paar en individueel, individuele korrektie sprak vooral de betere dansers aan. Zo ontstond na enkele jaren een sterk gespecialiseerde kurzus Techniques de base de danse populaire, die momenteel in dergelijke mate sukses kent, dat het erg,erg moeilijk is om er een plaatsje te bemachtigen. Het deelnemersaantal is immers beperkt, gezien de werkmetode, tot zestien dansers. Gezien de ruime belangstelling lopen parallel een aantal weekends en zondagen in diverse plaatsen. Werkmateriaal daarbij zijn dikwijls de danskreaties op negentiende eeuwse muziek, zoals gespeeld door het Brabants Volksorkest. Danskreaties, waaraan verschillende onder u hebben meegewerkt. Deze (lansen kennen een enorm sukses! Intussen werden ook in Galmaarden volksrnuziekstages ingericht. Renaat leidde ook daar een dansatelier. Aanvankelijk lag het hier iets moeilijker, maar ook hier schijnt de definitieve doorbraak gebeurd te zijn. Langs Galrnaarden ontstond belangstelling in Nederland en langs Neufchateau in Frankrijk.
Zo draagt Renaat de naam van Lange Wapper naar buiten. En telkens worden er foto's van de zwaarddans bovengehaald (Mark Van Orshoven heeft dat toch prachtig verzorgd!) en hadden wij verleden jaar reeds een heel stel nederlandse vrienden op bezoek, 1 april 1984 rnogen wij wellicht een stel Parijzenaars verwachten, naast de nederlandse vrienden, die terugkomen, en naast Trevor Stone, die ons zojuist geschreven heeft, dat ook hij er weer bij hoopt te zijn volgend jaar! Internationaal? Natuurlijk, wij zijn toch van Antwerpen!
Wel vindt Renaat het spijtig, dat er in ons eigen land zo weinig interesse is, om het danstechnisch kunnen bij te schaven. Althans in Volkskunstmiddens. Nog recent moest een stage te Antwerpen, en een andere in Limburg afgelast bij gebrek aan voldoende inschrijvingen. Toch is er een lichtpuntje: VVK richt volgend jaar te Antwerpen opnieuw een kurzus in, die dit keer toch zou aanslaan.
speurtocht (20)
De tekst, die wij in het vorige nummer publiceerden, is naar ons weten voor het eerst in de belangstelling gebracht door Frans de Potter en Jan Broeckaert in hun Geschiedenis der Stad Aalst (Gent 1875) (te vinden in het 2de deel - pp 148/149). Gek is, dat alleen de tweede tekst uit de rekening van 1439 hen bekend was. De tekst, die wij één van de volgende keren zullen publiceren komt nochtans uit dezelfde rekening en vermeld een zwaarddansuitvoering door Aalstenaars. De Potter en Broeckaert schrijven nochtans: "Ofschoon er in de stadsrekeningen van Aalst niets gevonden wordt betrekkelijk een aldaar bestaan hebbend gilde van zwaarddansers, meenen wij toch, dat er gedurende de middeleeuwen zulk een genootschap in deze stad zal bestaan hebben." Dat hun vermoeden juist was zullen wij later bevestigd zien, wanneer wij zwaarddansers uit Aalst terugvinden ondermeer in Dendermonde en Zottegem. En ook in dezelfde rekening! Interessant is evenwel het vervolg van hun tekst: "Nergens toch, in gemeld tijdvak, was die lichaamsoefening zoo diep in de gebruiken gedrongen als in het land van Aalst, alwaar ze, gelijk wij in andere monographieën zullen aantoonen, nog op het einde der vorige eeuw (maar vermoedelijk toen met houten, in plaats van met stalen klingen) in zwang was." Die verwijzing naar een zwaard - nog in gebruik op het einde van de 18de eeuw is vanzelfsprekend interessant, maar spijtig genoeg heeft tot nu toe niemand een spoor daarvan teruggevonden in De Potters andere monografieën ...
REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48