speurtocht (18)

Het is een tijdje geleden, dat wij u nog lastig gevallen hebben met oude archiefteksten, maar wij willen u echt niet overvoederen. Op onze zwerftocht door het verleden zijn wij terecht gekomen in het jaar 1438. En wij blijven nog even toeven in dat kleine, drukke stadje Oudenburg. Het waren nogmaals Feys en Van de Casteele, die als eersten de tekst publiceerden (in hun Histoire d'Oudenbourg - Gent 1873-87 - tweede deel p.382).

In het Rijksarchief te Brussel vonden wij zonder veel moeite volgende teksten

RAB Rekenkamer 37624 - folio 11 - verso - nummers 3 en 4

Wat de datering betreft, sluiten wij ons aan bij Feys en Van de Casteele, die hierin zeer nauwgezet te werk gingen. De rekening loopt inderdaad van 12 mei 1436 tot 31 maart 1438 (nieuwe stijl). Uit de plaatsing van de posten achteraan in de rekeningenrubriek blijkt duidelijk, dat wij in 1438 zitten.

Weer vinden wij in een lokaliteit (Oudenburg in casu) in eenzelfde jaar twee zwaarddansersgroepen en wat het voor ons plezierig maakt: zij komen uit twee lokaliteiten, die door ons nog niet in verband konden gebracht worden met de zwaarddans. In de eerste tekst is er sprake van de ghesellen van clemskerke, wat duidelijk slaat op het huidige Klemskerke. De tweede tekst vernoemt ghesellen van Oostende. Wij blijven dus weerom in de onmiddellijke omgeving van de plaats van optreden: Oostende ligt op 8 km van Oudenburg, Klemskerke op een kleine 7.

Maar laat ons eerst eens proberen de teksten "te goei" te lezen:

lt(em) upte(n) .xij.ste(n) dach va(n) spoorcle ghes(cenc)t
zekere gheselle
(n) va(n) clemskerke 
die hier quame
(n) speelen mette(n) zwerde(n) .j. k(anne) poytaus
te vij. s
(chellingen) 
p
(arisis) de stoop
somma .xiiij. s
(chellingen) p(arisis)

Zo, dat was het dan. Ons valt het op, dat wij met deze teksten terug in de periode rond vastenavond zitten. Op dezelfde bladzijde in de volgende post lezen wij immers 

"...upte(n) xxv.ste(n) dach va(n) spoorcle, dat was te vastenavonde lest leden...". 

Oostende kwam dus op de zondag voor vastenavond en Klemskerke kwam liefst twee weken voor Aswoensdag... Wijst dit misschien dan weer op gedurende meerdere weken rondtrekkende groepen, zoals wij die nog kunnen terugvinden in het Engeland van de 19de eeuw?

Die lange periode voor vastenavond schijnt overeen te stemmen met deze uit de tekst van 1409 uit dezelfde gemeente (zie 't Zw 24). En tezelfdertijd is hij in tegenspraak met de teksten uit Oudenburg, die wij bespraken in 't Zw 38, wanneer er opgetreden werd in de maand juli! Wel enigszins onduidelijk dus! Voorlopig laten deze gegevens niet toe een duidelijke konklusie te trekken...

Laat ons even als gewoonlijk de teksten van naderbij bekijken. Erg veel nieuws valt er spijtig genoeg niet te leren, ditmaal.

De datering is dus zoals gezegd 12 februari 1438 (Klemskerke) en 23 februari van hetzelfde jaar (Oostende).

ghescent 1 kanne poytaus: de zwaarddansers werden voor hun optreden beloond met 1 kan (zo'n vijf liter) franse wijn uit de streek van Poitiers. Zat de stad slechter bij kas, werden de zwaarddansers minder hoog aangeslagen of waren de groepen kleiner in aantal?, maar in 1409 ontvingen zij nog 2 kannen en ook in Damme in 1419 was dat het geval. In 1432 ook te Oudenburg hadden de dansers van Oudenburghoek en Zandvoorde echter ook maar één enkele kan gekregen...

speelen metten zwerden: wij moeten hier nogmaals het voorbehoud maken, dat wij uitvoerig besproken hebben in 't Zw 10 en waarbij wij er op wezen, dat het hier mogelijk niet om reizwaarddansen gaat, maar om jongleurs of schermers. In het licht van de reeds gepubliceerde teksten is dit evenwel weinig waarschijnlijk.

Ons kaartje begint meer en meer allure te krijgen: wij herinneren er even aan, dat de zwarte bolletjes de plaatsen van herkomst aanduiden; de witte de plaatsen waar werd opgetreden. Met de volgende teksten verlaten wij de kuststreek en verplaatsen wij onze aandacht naar Oostvlaams grondgebied. Maar daarover een volgende keer.

aj! aj!

Maken wij daar in het vorige nummer een schone lijst van al wie mee in de bus naar Stráznice zat en mankeert daarbij, klein maar dapper, Mark Van Orshoven! Miljarde, miljarde: zo ons best gedaan om niks of niemand te vergeten en toch! Als een mens een dagske ouder wordt...

inzet

Fantasties hebben wij het gevonden, hoe iedereen, die meeging op reis, zich inzette om karweitjes op te knappen en ook hoe iedereen week na week aanwezig was. Ik wil hier geen volledige lijst opsommen van al wie voor één of ander gezorgd heeft en doe maar een groffa grabbel in de mogelijkheden: zo zorgde ons aller Tuurke Van Velthoven in de kortste keren voor een stel van 8 prachtige kielen. Kielen, die door Liesbeth Koolen, na een wasbeurt door Eva Vaessen, terug op een behoorlijke lengte werden gestreken. Aan de aanmaak van die dingen was een héle zoektocht voorafgegaan, die ons langs Nederokkerzeel, Binche en tal van markten tenslotte in Leuven deed belanden. Echte kielenstof blijkt inderdaad een produkt te zijn, dat van de markt verdwenen is. Annemie Gerené had intussen gezorgd voor échte kant en fabriceerde nieuwe poldermutsen voor de meisjes. Prachtstukken: Administratief stond Leo Van Loon zijn man, terwijl Mark Van Orshoven (de vergetene) zijn avonden verdienstelijk maakte door ons fotoarchief op een fantastiese wijze in orde te brengen. Het kwam dan ook in de tentoonstelling te Straznice terecht. Ingrid Peetermans streek zwaarddanshemden en zorgde met Katrien Praets voor een welgevulde reisapoteek, terwijl Herman Suetens weer eens voor duivel-repareert-al speelde en oplapbeurten voor beengordels, gordels, trommel, paard en nog van die dingen op zijn aktief nam (o,ja : de schoenen van de nar...). Jan Leys zorgde voor een set toffe kaarsenhouders en beter in de hand liggende stelten. Lieve Van der Keilen hebben wij verleden keer al in de vlucht bedankt voor de prachtige Antwerpse vlag (met burcht!), die zij bijeen borduurde. Dirk Gerené sleepte borstels en borstelstelen (naar der nature gesneden) aan. Hij en zijn broer Mark zorgden trouwens voor en nauwkeurig en noodzakelijk materiaalbeheer vóór, tijdens en na de reis. De meeste meisjes hadden hun handen vol om hun kledij in orde te brengen en gelukkig was men gul met goeie raad en daadwerkelijke hulp... De jongens waren intussen druk op zoek naar witte rezervebroeken, bruine ribfluwelen broeken van de juiste kleur en streepjeshemden. Een ploeg trok er op uit om verkleedmateriaal voor de Heiluizer bij elkaar te krijgen. Anderen liepen weer de winkels plat om kados te vinden of sleepten verfrissingen aan om het onderweg te bekorten of bakten keeks voor het geval, dat de honger ons onderweg mocht verrassen. Ik ben zeker niet volledig geweest zo schiet mij net te binnen, dat Markske ook de reep van de Trawanten een nieuwe insnoerbeurt heeft gegeven. En ik zal nog wel wat vergeten hebben. Het ging ook allemaal zo vanzelfsprekend. Dat is natuurlijk héél héél tof en plezierig voor iedereen. Daarom dat deze reis wellicht de aanloop vormt voor een opnieuw naar buiten treden van de groep. En dat mag wel, na al die jaren van werken in stilte

stráznice

Op bladzijde 43 van het grote officiële programnia van Straznice wisten ze iets te vertellen over onze dansen:

 

Wij geven hier een rnin of meer getrouwe vertaling (vrucht van onze tsjechische lessen):

Op de Engelse reidansen met lange zwaarden gelijken de Vlaamse "zwaarddanse". Onze belgische gast, de groep Lange Wapper uit Antwerpen, die danst met zware, 125 cm lange en 4 cm brede zwaarden, voert enerzijds een rekonstruktie van een laat-middeleeuwse dans uit Antwerpen uit, eveneens begeleid door een "nar". De dans eindigt met een feestelijke "pyramide" - als overwinningssymbool van de lente op het "terechtgestelde" oude element van de winter. Een tweede dans wordt een originele, onstuimige dans van de dorpers met stokken en een reep, wat een danstype is van gilden in Bohemen.

Die tweede dans (de Trawantel) hebben wij dus niet moeten uitvoeren. Het had nochtans gekund.

malton

De data liggen nu blijkbaar definitief vast: het wordt 19 en 20 mei 1984. Wij gaan vanzelfsprekend weer proberen een voltallige ploeg op de been te krijgen. Wij denken er aan de overtocht dit keer niet een busje te wagen. En wij gaan ook proberen subsidies los te krijgen. Wellicht wordt het ook weer noppes, daarom: optredensmogelijkheden gevraagd teneinde onze kas in weerbare staat te brengen.


REDAKTIE: Renaat Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu