zwaarden
Wat zouden wij doen zonder zwaarden? In geval van nood ze wellicht vervangen door stokken. Dergelijke dingen zijn zwaarddansteams uit de historie wel eens overkomen, zoals blijkt uit zekere stadsrekeningen. Maar ik zie ons nog niet zo dadelijk een "matteke" uitvoeren met houten stokken of latten!
Gek daarom misschien, dat wij nog nooit eens aandacht besteed hebben aan dit bijna onmisbare attribuut van onze zwaarddans. Dat komt wellicht omdat wij hun aanwezigheid als doodnormaal beschouwen. Zwaarden vormen nochtans voor elke vereniging, die aan de uitvoering van een zwaarddans denkt, één van de grote hinderpalen.
Dat onze zwaarden erg zwaar uitvallen hebben de meesten van ons ondervonden, Wanneer zij in Malton kennis konden maken met de engelse "longswords", die niet alleen een stuk minder lang, maar héél veel lichter zijn! Hetzelfde viel ook onze Briançonreizigers op.
De Antwerpse zwaarden zijn vervaardigd uit drie millimeter dik bandstaal en hebben een totale lengte van zowat 125 centimeter.
Die lengte is afgeleid van de lengte van de stokken, die gebruikt worden bij de Westerlose Traweitel en van de zwaarden van de Tongerse Michielen. Het handvat is in beuk en heeft een hoogte van zowat 17 centimeter. Aan het uiteinde' bevindt zich een knop met een hoogte van zowat 22 millimeter. Het zwaardblad heeft een breedte van 40 millimeter en is onderaan afgerond. De kruisstukken tenslotte meten 190 millimeter (overgenomen van de Tongerse zwaarden) en hebben een breedte van 30 millimeter. Deze kruisstukken lopen aan beide zijden schuin af naar een afgeronde punt.
Voor de realizatie danken wij Karel Vaessen, die in de winter Van 1969-70 veertien zwaarden klaarstoomde. Als ik het goed voor heb, dan hebben wij destijds de allereerste oefeningen voor de zwaarddans nog uitgevoerd met houten latten ...
Een vriend van Herman Suetens, Piet Laureyssens, zorgde voor de handvaten.
Ja, er werden destijds veertien zwaarden aangemaakt. Nu zijn er nog maar twaalf in omloop. Wat er dan gebeurd is met de twee ontbrekende? Eén Hebben wij vriend Herman Leys meegegeven in het graf. Jan, zijn vader, heeft het op de kist gelegd en het is met Henman begraven. Herman was van in den beginne erg nauw betrokken bij de zwaarddans. Als dank en eerbetuiging hebben wij hem "zijn" zwaard meegegeven. Het andere zwaard zijn wij evenwel op een héél andere manier kwijtgespeeld! Het moet in de jaren zeventig of éénenzeventig geweest zijn. Wij traden in ieder geval nog op met de (lange) zwaarddans op andere plaatsen dan de Handschoenmarkt.
Zo hadden wij een optreden voor een duizendtal Amerikaanse toeristen in. Brussel. Ik dacht opde Heizel, of in de Eeuwfeestpaleizen ...
Zij hadden die mensen een soort Breugelmaaltijd voor ogen gespiegeld en zozaten ze daar aan lange tafels in een reusachtige zaal. Van Waalse kant was er de groep van Fanny Thibout uit Luik.
Wij mochten Vlaanderen vertegenwoordigen. Dat deden wij dan ook met sukses. Maar amper terug in de kleedkamers (want die waren speciaal voorzien!) komt er een entoeziaste Amerikaan afgestoven, die wil weten waar die zwaarden vandaan komen en hoe oud of die wel zijn. Enigszins verbaasd proberen wij de man aan het verstand te brengen, dat het allemaal niet zoveel inhoudt en dat die zwaarden hoop en al één jaar oud zijn. Maar de man blijft entoeziast doen, want - zegt hij - die zwaarden zijn precies zo gemaakt als de Spaanse zwaarden uit de vroege Middeleeuwen. Vermits we geen specialist in wapens zijn, laat staan in Spaanse wapens uit de vroege middeleeuwen, wouen wij de man best geloven, al dachten wij er nuchter (stillekens) bij, dat die Spanjaarden dan toch zeker geen aluminium rivetten zullen gebruikt hebben en dat hun zwaarden hopelijk voor hen wel iets steviger en scherper zullen geweest zijn. De man wist van geen ophouden en drong er op aan, dat wij hem een zwaard zouden verkopen. Wij eerst maar volhouden, dat wij geen enkel zwaard konden missen. Maar die man kon ook tellen en begon bovendien met zijn portefoej te zwaaien.
Afijn, om een lange historie kort te maken: uit pure menslievendheid hebben wij hem tenslotte een zwaard verkocht. Voor HONDERD Franse frank naar ik meen. In die tijd was dat nog een stuk over de duizend Belgische waard. En toen betekende duizend frank nog iets !!!
Wie nu in Amerika rondtoert en daar ergens in een villa een vroegmiddeleeuws Spaans zwaard aan de muur ziet hangen, moet maar eens goed uit zijn doppen kijken. Misschien is het wel ons verkocht eksemplaar ...
Met één ding hebben wij altijd last gehad: onze zwaarden roesten! In het prille begin, wanneer wij ze nog vrij regelmatig gebruikten, werden ze regelmatig opgeschuurd: met de hand, met de schuurschijf op de Black & Decker, later zelfs op Herman Suetens schoenherstellingsmachine! Dat kostte vrij veel tijd en inspanning. Kwam het idee (van Swa Bols) om er een laagje plastic overheen te spuiten. Dat hielp iets, maar het roesten bleef voortduren en daarenboven werd het véél moeilijker om de zwaarden op te schuren. Zo hebben wij ze tenslotte laten vernikkelen. Dat is een hele verbetering, maar toch blijft er enige roestvorming. Zo zijn wij eigenlijk aan een nieuwe (derde!) vernikkelbeurt toe ...
Dikwijls is er gesuggereerd de zwaarden in te vetten. Maar wij vrezen voor de klederen! Al lang spelen wij met de idee om de zwaarden te vernieuwen in roestvrij staal. Onbekende faktor is daarbij hoe zulk zwaard zich gaat gedragen in de dans. Eén van deze dagen beginnen wij toch eens aan een prototype en dan, ja dan, kunnen wij misschien onze oude zwaarden verkopen! Als antiek! Liefhebbers?
op bestelling
Mogelijk vinden wij die liefhebbers dan in andere groepen. Want wist gij dat er bij Renaat Van Craenenbroeck twee "bestellingen" lopen voor een zwaarddans? Een Groep uit Brugge heeft belangstelling, alsook onze vrienden uit Rixensart. Nog veel moet er besproken worden (muziek, aantal dansers, enz ... ) om tot de eerste rezultaten te komen. Wij weten uit eigen ervaring, dat zulk idee Iangzaam groeit.
Ook het Vlaamse Dansarchief probeert belangstelling te wekken om een zwaarddans te kreëren. Af en toe horen wij op Lange Wapper kritiek spuien, omdat wij de zwaarddans niet aanleren. Wij zouden, wat wij gevonden hebben voor onszelf willen houden. Wij willen er daarom hier nog eens speciaal op wijzen, dat onze zwaarddansvorm in de eerste plaats een choreografie is van Renaat Van Craenenbroeck, die later bij de opeenvolgende uitvoeringen is aangevuld en vervolledigd tot de huidige vorm. Daarbij is gebruik gemaakt van oude elementen, die evenwel voor iedereen toegankelijk zijn. Onze dansvorm willen wij voor onszelf houden om hem alleen uit te voeren met Halfvasten, op de Handschoenmarkt. Wat niet belet, dat wij iedere groepering, die een echte belangstelling heeft voor een uitvoering van een zwaarddans in traditionele zin, graag behulpzaam willen zijn om een gelijkaardige dansvorm te kreëren.
merktekens
Sommige zwaarden dragen merktekens ... Dat komt omdat - in den beginne - sommige zwaarddansers er aan hielden te dansen met "hun" zwaard. Dat hing tesaam met het roestverschijnsel: sommige zwaarden waren meer onderhevig aan roest, dan andere … Zo gingen ze er stiekem toe over hun zwaard van identifikatietekens te voorzien ... Gelukkig zijn wij dat stadium ontgroeit!
uit de familie
Bij Nadine en Ivo Van Orshoven kwam 1 oktober Tineke de bent aanvullen. Proficiat - weeral een sympatizantje bij! En Nonkel Nar een keer meer nonkel!
en dit nog
Twee opmerkingen: wij gaan het nieuwe dansjaar in met drie nieuwelingen in het vak: Dirk Gerené, Vince Stevenson en Rik Van den Hof. Dat maakt 19 dansers - liefst 8 rezerven dus ...
Dat schijnt op sommigen een eigenaardige uitwerking te hebben: zij zien daarin een goede reden om op de oefenstonden niet te verschijnen. Volgend jaar nemen wij daar wel maatregelen tegen.
Anderzijds wees Jan Michiels, aan de hand van zijn film over de uitvoering in 1981, er op, dat wij bij de uitvoering geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de dans! Nu was het in 1981 op het laatste erg goed weer, maar de dans blijft de dans en de zwaarddans heeft nu eenmaal een militair karakter.
Het proberen volgen van de fratsen van nar en paard is uit den boze ... En de danser mag zeker niet lachen! Anders doen wij zelf de hele sfeer te niet ...
Redaksie: r. van craenenbroeck
vleminckveld 29 – Antwerpen
(031) 33 61 48