langslapers

Opgepast en opgelet!!! Want met de zwaarddans 1981 moet gij één uurtje vroeger uit de veren ... Een of andere ambtenaar heeft inderdaad het idee gevormd het zomeruur te doen ingaan tijdens de nacht van 28 op 29 maart. Zonder enige rekening te houden met de zwaarddans! Daarom: tijdig uit de veren in 1981, zodat wij de première van 8.30 uur niet met een halve bezetting moeten uitvoeren!

literatuur

Het moderne zwaarddansonderzoek dankt wellicht zijn oorsprong aan het negentiende-eeuwse nationalisme. De nationalistische stromingen wekten de belangstelling voor de volkskunde. En die volkskundigen gingen op zoek naar typische, wat zij dachten nationale, elementen. Zo stoten de duitse historici vrij vlug op de zwaarddans. Zelfs de gebroeders Grimm (van de sprookjes) wijdden er een bijdrage aan.

De duitser Karl Müllenhoff legt in zijn land de bazis voor de ernstige studie naar de betekenis van de dans en naar de onderlinge verwantschap van de verschillende dansvormen.

Het zal nochtans een engelsman zijn, Cecil J. Sharp, die de eerste wetenschappelijke pubikatie laat verschijnen over de zwaarddansen. Dit in 1944. The Sword Dances of Northern England is een standaardwerk. Het bestaat uit drie deeltjes en geeft naast degelijke volkskundige toelichtingen de beschrijving van 9 long-sword dansen en van 5 rapper of short-sword dansen; plus als ekstra de beschrijving van de Abbots Bromley Horn Dance, een merkwaardige dans waarbij de dansers ieder een hoorngewei torsen! Sharp was zeer geïnteresseerd in oude dansen. Zo publiceerde hij ook een standaardwerk over de country-dances en over de morrisdansen!

Rond dezelfde tijd verschijnt in Frankrijk (1914) een ander belangrijk werk: Le Ba'cubert van R. Blanchard. Belangrijk omdat, ook al is de volkskundige opstelling van Blanchard hopeloos verkeerd, het boek een zeer goede beschrijving bevat van de traditionele zwaarddans zoals hij toentertijd werd uitgevoerd te Font de Cervières nabij Briançon aan de frans-italiaanse grens.

En dan wordt het een tijd stil in het volksdansonderzoek. Tot het rond de jaren dertig tot een uitbarsting komt. 1931 verschijnt in Duitsland het standaardwerk van Kurt Meschke, betiteld Schwerttanz und Schwerttanzspiel im Germanischen Kulturkreis. Dit werk geeft een zeer degelijk overzicht van de duitse bronnen en behandelt tevens met overtuiging de binding met de vermeldingen van niet-duitse herkomst. Op het gebied van de verklaring van de dans is het werk minder gelukt.

In Nederland verschijnt in 1971 of 32 een werkje Zwaarddansen van de hand van Fr.de Witt Huberts, dat weliswaar vrij vulgariserend is, maar de verdienste heeft de aandacht te vestigen op de vermeldingen van zwaarddansers in de nederlandse en vlaamse middeleeuwse stadsrekeningen.

Een derde belangrijk werk uit dezelfde periode is Schwerttanz und Männerbund van Richard Wolfram, dat in Duitsland verschijnt vanaf 1937 (Wolfram is Oostenrijker). Drie deeltjes worden uitgegeven, waar het werk blijft tot op heden onvoltooid. Wolfram is zelf danser en door volkskundige vergelijking komt hij wellicht tot de meest steekhoudende interpretatie van het verschijnsel zwaarddans.

Belangrijk is dan weer het onderzoek dat Dr. Eugeen Verstraete in de oorlogsjaren in het VIVO-tijdschrift De Speelman wijdde aan de gegevens over zwaarddansen in onze oude stadsrekeningen. Daaruit bleek al vrij vlug, dat vooral onze provincies Oost- en West-Vlaanderen ongemeen rijk aan zwaarddansverenigingen geweest zijn. Ons land ging dan ook een vooraanstaande plaats innemen in het europese geheel.

Voor een groot werk leek het tema uitgeput. Toch verscheen er in 1962 nog een werk: Sword Dance and Drama van Violet Alford. Hoewel zij een zeer betwistbaar standpunt inneemt voor wat betreft de verklaring van de dans, is het, vrij interessant, omdat de iberische dansvormen belicht worden en in het geheel van de riezwaarddans betrokken worden.

Wij geloven niet, dat het laatste woord geschreven is. Maar het te onderzoeken terrein is zo uitgebreid geworden en zo moeilijk te omvatten, dat wij menen, dat er tot teamwork, op een moderne leest geschoeid, moet overgegaan worden om een overzichtelijke samenvatting te kunnen samenstellen.

revival

Het zal nu ruim vijfentwintig jaar geleden zijn, dat Nest Van Eynde de impuls gaf tot een heropleven van het zwaarddansen. Te Sint-Niklaas dansten de jongens van de groep Boerke Naas, waarvan hij leider was, de zondag voor aswoensdag, op diverse plaatsen in de stad, bij het uitgaan van de kerk, morrisdansen (wij dachten vooral: Bean setting) en de Zwaarddans van het Land van Waas of de Zevenster, waarvan de dansvormen ons inziens te veel teruggaan op engelse voorbeelden. Lange Wapper is daar in de zestiger jaren nog op verplaatsing gaan dansen. Ik meen een stokkendans op de muziek van 'Wij zijn al bijeen...' - een dans voor vier jongens.

In de zestiger jaren ook een heropleving te Gent, waar de groep Dulle Griet zwaarddanste. Wij menen niet, dat Gent: heden nog danst. Sint-Niklaas doet het nog wél, maar dan nu evenals wij, op Halfvasten. De kou zal daar wel voor iets tussen zitten! 

Te Tongeren, stad waaruit de jongste vermelding van een zwaarddansersvereniging is bekend, hebben wij ook in de zestiger jaren zwaarddansers (?) aan het werk gezien. Men danste er op de meiboomplanting einde mei. Het was een eerder zielig spektakel, dat weinig of niets met de reizwaarddans te maken had: met houten zwaarden, met meisjes in jongenskleren, met zinloze figuren. Spijtig voor de gemiste kans! Wij weten niet of aldaar nog gedanst wordt. 
Nu, recentelijk, vernemen wij dat de Bruggelingen er ook aan denken om te gaan zwaarddansen...

malton

(4000 Inw.) is een niet onbelangrijk marktstadje; de veemarkt vindt hier wekelijks op vrijdag en zaterdag plaats. Aan het marktplein staat ook het plaatselijke museum, dat o.a. archeologische vondsten herbergt uit de tijd dat Malton nog een Romeinse vesting was onder de naam Derventio. De kerk van Old Malton maakte eens deel uit van een Gilbertijner klooster (ca. 1150). Tot zover de ANWBgids voor Noord-Engeland. 16 - 17 mei hopen wij daar een volledig team te kunnen aanwezig hebben. Er ontbreken nog twee dansers...

postkaarten

Zojuist ontvingen wij van de inrichter van het Malton-longsword-weekend een reeks van een zestal postkaarten van Yorkshire longswordteams. Waaronder een met de weergave van een oude fotoopname uit 1910 van Sleights team. Wie belangstelling heeft geeft een seintje aan Renaat Van Craenenbrocek, die er voor zorgt, dat deze kaarten in uw bezit komen.

tsjechoslowakije

De indruk, die het bekijken van een zwaarddans maakt, is moeilijk te beschrijven. Héél bizonder herinner ik mij een gebeurtenis in het Kremnitzer taaleiland in Slowakije. Wij zaten bij een flakkerende belichting in de grote zaal van het voormalige schoolhuis van Hochwiesen met rondom ons een groot deel van de dorpsjongelingen. Zij vertelden, eerst aarzelend, maar dan meer en meer vertrouwd over spokerijen en noemden plaats en uur, waarop zij de Tödin, het Bêgmännela of het Paard zonder Kop ontmoet hadden, zodat een heel speciale stemming ontstond. Men bemerkte amper nog de snelle pen van de optekenaar, die probeerde alles vast te leggen. Plots werd er op de deur geklopt. Open vloog ze en vier jongens schieten binnen met zware looppassen op maat met de in het voorhuis achtergebleven muzikanten. Iedere jongen heeft een stok op de schouder. Zij lopen rond in een kleine kring tegen de zon en werpen hun hoeden op de tafel. De stokken worden over de schouders rugwaarts toegestoken, de stok van de voorman wordt met de vrije hand vastgegrepen en onmiddellijk begint de zo gevormde kring door elkaar te draaien. De voordanser draait zich om en trekt de overige dansers onder de poort mee door. De poort, die gevormd is door de stok tussen hem en de vierde danser. Nogmaals draait de voordanser uit, maar nu in de andere richting en allen lopen door de poort. Nu heeft iedereen de stokken beneden, maar onmiddellijk wordt met een nieuwe draai en doorlopen de oorpsronkelijke opstelling weer bereikt, die onmiddellijk gevolgd wordt door de zwaardsprong. Het oog kan met moeite de bliksemsnelle bewegingen en draaien van de kring volgen: het getal dansers is zo klein, dat iedere figuur in een oogopslag voorbij is. Plots duikt op de achtergrond van dit zeldzame opwindende schouwspel een groteske figuur op: helemaal verpakt in stro, een zweep in de hand en over het hoofd een primitief masker, waarin de ogen gloeiend afsteken. Terwijl de anderen nu stilstaan, springt bij onder algemeen gejoel hoog over de stokken. En onmiddellijk speelt de muziek een Hopser, de jongens vormen paren en dansen in de ronde en de gemaskerde danst met de vrouw des huizen, opdat het jaar goed weze. Zo hoog de Lazzo - zo heet de strofiguur -gesprongen heeft, zo hoog zal in het komende jaar de haver groeien. 
Als dank krijgt de "Redner" op een ijzeren spies een stuk spek gespietst, de "Eierträger" maakt een rijke buit en na een kort bedankje door de Redner gaat het naar de volgende hofstee, waar het spel herhaald wordt. Dit is een zwaarddans "in bäuerlicher Umwelt."

(vrije vertaling naar R. Wolfram - Schwerttanz und Männerbund - p.9)

Kremnitz is het huidige Kremnica in Tsjechoslowakijë. Richard Wolfram vond bij zijn speurtocht naar duitse volksdansen in de duitse taaleilanden in het Oosten, meerdere zwaarddansen. De hierboven beschreven dans is een van de merkwaardigste, niet zozeer door het geringe aantal dansers, dan wel door zijn onmiddellijke binding aan de vruchtbaarheidsriten: hoe hoger de lazzo springt, hoe beter de oogst - de lazzo danst met de huisvrouw voor een goed jaar. Ook het element omhaling is hier aanwezig: de Redner krijgt een stuk vlees en er worden eieren (weer een vruchtbaarheidssimbool!) rondgehaald. Wij kunnen u verzekeren, dat wie een dans in dergelijke omstandigheden meemaakt er een onvergetelijke herinnering aan overhoudt.


REDAKTIE:  Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. 33 61 48


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu