editoriaal
Dit wordt dan nummer 13! En we lopen er nog wel de verloren tijd mee in. Bedankt alle tijdige betalers (een kleine veertig) en wij wachten met ongeduld op de anderen, om onze aktiviteit te kunsten volhouden.
speurtocht (8)
Wij konden in onze bijdrage van vorige maand nog net de tekst uit de Brugse stadsrekening van 1403/04 afdrukken. Vandaag willen wij hem even nader bekijken.
"Doe" betekent "toen". Maar ons inziens te verstaan als betrekking hebbende op de tijdsbepaling "vastenavond". Kijken wij inderdaad naar de datum van de voorafgaande post (waarop "doe" eventueel ook betrekking kan hebben) dan zien wij, dat dit "20ste dach in laumaend" (20 januari) is en dat is wel een beetje té vroeg in het jaar voor een vastenavond. Nu is de datering van de volgende post in de stadsrekening "20ste dach in sporkele" (20 februari), zodat wij de gebeurtenis tussen deze twee data kunnen situeren. Waar de rekening weer een aanvang neemt op 2 september 1403, om te eindigen op 2 september 1404 betreft de vermelding het jaar 1404.
Dat "ghegheven bi beveilne van borchmeesters" ons inziens op een gratifikasie wijst bespraken wij reeds eerder ('t Zw. 7 en 12) . Géén sprake meer van "sciplieden", maar wel "ghesellen". Ons inziens moet aan het woord geen spesifieke betekenis geschonken worden. Gezel betekent hier allicht enkel, individu, deel uitmakende van een gezelschap.
"Die met zwerden speilden": het voorbehoud, dat gemaakt kon worden bij de tekst van 1389 om hem uit te leggen in de richting van schermoefeningen blijft. hier geldig ('t Zw. 10)
Onze nieuwe tekst kent een héél presieze plaatsbepaling "tsinte Jansbrucghe". Die Sint Jansbrug is de huidige Van Eyckplaats (Ad. Duclos Bruges. Histoire et Souvenirs, 1913 p 398), op nog. geen vijfhonderd meter van het Belfort. Die plaats is in feite een zeer brede brug over de rei, die vroeger verder liep in de richting Markt. Het zou wel interessant zijn te weten hoe die brug er presies uitzag in het begin van de vijftiende eeuw. Was er voldoende plaats om te dansen? Was het een brug met een hoge rug? En waarom die presieze plaatsbepaling? Waarschijnlijk omdat zij juist op dié plaats voor de burgemeester of voor de magistraat (konden) dans(t)en. Maar wij konden ook nog niet achterhalen of hier misschien één of ander belangrijk gebouw stond, dat met deze plaatsbepaling kan in verband gebracht worden. Woonde hier misschien de burgemeester? Wat er ook van zij, duidelijk is, dat het optreden in de stad gebeurde en wel
"up den vastenavond". Deze tijds- en ook de plaatsbepaling geven de indruk, dat de dans slechts op een enkele plaats en op een enkel tijdstip werd uitgevoerd. Dit in tegenstelling tot de twee vorige teksten, die duidelijk het vermoeden van meerdere uitvoeringen op diverse plaatsen naar voren riepen. Dit is wellicht te verklaren doordat zoals reeds gesuggereerd, enkel die keer wordt aangeduid, waarop voor de burgemeester werd gedanst. De tekst sluit de mogelijkheid van meerdere opvoeringen, eventueel zelfs op andere plaatsen niet uit.
Een laatste element: de betaalde som. 3 schellingen en 4 penningen, betekent 40 penningen per deelnemer. De totale som bedraagt 40 schellingen of 480 penningen, wat ons weerom twaalf deelnemers oplevert. Vermelden wij nog dat de tekst voor het eerst werd aangehaald in het ons nu reeds goed gekende werk van Gilliodts-Van Severen (Inventaire des Archives de la Ville de Bruges (deel III, Addenda, vooraan in het boek). Hier vinden wij ook de tekst, die wij reeds gedeeltelijk aanhaalden in 't Zw. 7:"Ces behourdis (tornooien) se continuent sur les places, sur les ponts, sur les remparts, par des compagnons (ghesellen) qui s' organisent ensuite en gilde des couleuvriners." Dit laatste is interessant! Het houdt in, dat Gilliodts de tradisie verder laat dragen door het kolveniersgild. Dat is een nieuw element. Tot nu toe heeft niemand een tekst naar voren gebracht, waarin vermeld dat de brugse kolveniers zwaarddansen uitvoeren. Wel kennen wij dergelijke teksten uit andere gemeenten, zoals wij later zullen bespreken. Op zoek dus in het archief van de kolveniers!
Tot daar 1404. De volgende vermelding zou uit 1405 moeten dateren. Althans werd deze datum vernoemd door Dr. E. Verstraete In De Speelman 1942 - nummer 23/24 - p. 13. Hij geeft daar een opsomming van de oudste vermeldingen hem toen bekend en noteert er bij, dat ze alle verwijzen naar de maanden februari en maart. Hij noemt voor Brugge 1389 en 1404-5-6-7. Wij hebben de rekening van 1404/05 nagekeken keken voor wat de genoemde maanden betreft, maar geen spoor van een vermelding gevonden. Waarschijnlijk gaat het hier om een verkeerde datering. In de stadsrekening van 1405/06 zullen wij inderdaad weerom een vermelding vinden, maar waar ook deze stadsrekening een aanvang neemt op 2 september 1405, betreft het een zwaarddansuitvoering in het jaar 1406. Wanneer wij een tiental jaren terug Dr. E. Verstraete hierover ondervraagden, kon hij ons geen sluitend antwoord geven. Vermelden wij tot slot van deze bijdrage nog, dat wanneer wij bij het afdrukken van de tekstuittreksels vermeldden, dat de tekst gereduseerd was tot de helft, wij tot het besluit gekomen zijn, dat dit onjuist is. De tekst wordt gereproduceerd op 2/3 à 7/10 van zijn ware grootte. Dat dan om de puntjes op de i te zetten!
nieuwelingen
Tja, wij mochten nog al wat nieuwe gezichten verwelkomen dit jaar. Presies geteld waren het er zeven: vier dansers, twee muzikanten en een kersverse funksie: een kartoesjedrager. Wij willen ze in kort bestek even voorstellen, zodat iedereen.weet wat voor vlees wij in de kuip hebben. Laat ons beginnen met de dansers:
Mark Gerené mag de rij openen. Hij vertegenwoordigt een nieuwe generasie in de Lange-Wapper-entoeziasten. Studeert nog. Iets naar de technische kant op. Zijn familie heeft haar sporen reeds gedrukt in Lange Wapper. Eén zuster en één broer maakten een tijd lang mede de voorpost uit. Mark zet een tradisie voort.
Walter Schraeyen is ook student, maar dan in een héél andere richting: hij studeert voor dirigent aan het Brusselse Muziekconservatorium. Ook hij behoort ergens tot de familie. Een volle kozijn is hij van Lieve (Tuurke) Van Velthoven. Hij heeft ons verleden jaar gedepanneerd wanneer wij naar Denemarken reisden. Spijt heeft hij daar niet van gehad! Hij moet later ook nog wel eens vereremerkt worden als één van de gekwetsten bij de uitvoering van de zwaarddans. Om precies te zijn is hij nummer drie. Wij spreken natuur lijk over serjeuze kwetsuren en niet over geschaafde vinkers en duimen of bezweerde scheenbenen door op bellen te gaan zitten knielen! De eerste wiens bloed vloeide was (natuurlijk) Renaat Van Craenenbroeck. Bij de poortfiguur gebeurde er een onhandigheidje, waarbij zijn rechterwenkbrauw in onzachte aanraking kwam met een zwaardkling en op slag en stoot kloofde, met alle bloed erbij. De uitvoering ging ononderbroken door, zij het dat sommigen een beetje witjes rond hun neus zagen. Zijn er geen foto's te vinden van deze affaire? Dat was in 1977. In hetzelfde jaar viel de tweede gekwetste: Mark Van Orshoven. Onze nar was neergestoken, lag op de grond nog na te spartelen en Renaat wou er een schepke bijdoen. Hij pakte de marot, deed of hij ze op de kop van Mark sloeg, maar hij had, ongelukkiglijk genoeg, niet bemerkt, dat Marks medajje om de nek van de marot hing. Die (medajje) trof Mark op de neus en weer kwam er bloed bij te pas! Walter Schraeyen is in 1980 nummer drie geworden. Weer in de poortfiguur en verrast door het dansen zonder bril liep Walter bots tegen het zwaard aan. Ook hier is de uitvoering niet onderbroken geworden, maar we hebben wel gemerkt, dat Walter een beetje "met de poepers" zat de volgende keren!
Pierre Timmerman ook heeft ons vorig jaar gedepanneerd op onze Kopenhaagse trip. Hij werkt bij de NMBS, als sjauffeur en danst ook bij de volksdansgroep Brabo. Hadden wij destijds niet geschreven, dat Pierre dé man was om Mark tegenspel te geven als paard? En hadden wij geen gelijk, wanneer wij U aanraadden te komen kijken om die twee aan liet werk te zien? Profisiat, Pierre, gij hebt dat magnifiek gedaan. Het beste bewijs daarvoor waren zeker wel de foto's in de kranten: Pierre kreeg inde Nieuwe Gazet bijna een halve bladzijde toegewezen, plus nog een foto op de binnenbladzijden. Een beetje kalm, hee Pierre, wij komen ook nog graaig eens in de gazet!
Koen Van den Hof sluit de rij van de nieuwe dansers. Ook hij tripte mee naar Denemarken, maar dan als trommelaar. Nog een student. A 2. Elektromekanika in Borgerhout. Liep aanvankelijk in de voetsporen van zijn broer Frank, maar sinds deze laatste een meer muzikale koers volgt, ontwikkelt hij zich meer en meer als een van de jongste scheuten valt de Lange-Wapper-fanaten.
Wij willen de twee muzikanten en Gilbert Driesen niet op een hik en een gauw afhandelen en de ons toegemeten ruimte wordt bedenkelijk klein. Wij houden ze daarom maar tegoed voor een volgende keer. Even geduld!
instrumenten
Renaat heeft destijds meerdere instrumenten uitgeleend (onder andere een klarinet, een dwarsfluit, enkele diatonische akkordeons...). Hij heeft de sterke indruk, dat de meeste daarvan ergens als versiering gebruikt, worden. Zouden deze dingen misschien kunnen terugbezorgd? Er zijn altijd mensen in de groep die één of ander instrument willen beginnen, maar het eerst eens willen uitproberen op een oudje. Dus.. Mochten deze instrumenten onverhoopt toch in gebruik zijn, dan graag daarover nieuws!
kurzus
Begin oktober start een nieuwe kurzus "dans". Wij volgen deze keer een nieuwe metode en hopen u op een twaalftal weken om te toveren tot een betere danser(es). Alle inlichtingen bij Renaat.
REDAKTIE: | Van Craenenbroeck Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen Tel. (031) 33 61 48 |