editoriaal

Joepie! Met een blij gemoed beginnen wij aan de tweede jaargang.
Bij de eerste nummers hebben ze ons gevraagd of wij ons geschrijvel in dat tempo gingen volhouden. En of er wel stof genoeg zou zijn om volgende ‘t Zweertdanserkes te vullen. Wij hadden er toen een goed oog in en nu moeten wij vaststellen, dat wij eigenlijk bladzijden te kort komen om alles uit de doeken te doen...

gas

30 april 1980. Middag. Vleminckveld 29. Bel. De man van "de gas” voor meteropname. Renaat doet de deur open.

"Oa, de zwoarddanser!"

De man blijkt zowaar een fan te zijn: "Ja, wij komen alle jaren zien en de klein’, die laat niet af, voor ze een handje gegeven heeft aan die nar, hee!"

Zeer vereerd, meneer de gasman.

narreke

Nar Mark Van Orshoven telt nog meer fans. Zo ondermeer zijn neefjes, waarvan er zeker eentje vast besloten is later nar te worden. Bedoelde nar in de dop zat - natuurlijk - op 16 maart jongstleden aan tafel met de zwaarddansers en liet zich door moeder voorlichten over het narrenpak, dat verloren was geweest en over de mevrouw die voor "nonkel mark" een nieuw pak had gemaakt. Onmiddellijke en spontane reaksie: "Mevrouw, mevrouw!" en wanneer Eva opkijkt "Maakte gij voor mij ook eens een narrenpakske?".

Als dat zo zit, dan zien wij binnen afzienbare tijd nog een kurzus nar op het programma staan!

affisje(s)

Iets wat wij al lang hadden moeten doen: Mark Vaessen bedanken. Mark is ofsetdrukker (Lage Kaart 167, Brasschaat) en zorgt al vele jaren voor de affisjes van de zwaarddans. De laatste jaren zelfs hélemaal gratis. Want niet alleen zijn Mark en Mieke, zijn vrouw, allebei Lange Wappers van vele jaren terug, maar zij voelen met ons mee en laten regelmatig - al is het niet alle jaren- hun neus zien aan de katedraal! Wij zouden zo zeggen: mersie, en doe zo voort !!!

boeken (3)

Voor ons ligt Carnaval in België van de hand van Jack Verstappen (Uitgeverij Orion, Brugge, 1978). Verstappen is Antwerpenaar, woont nu in Blankenberge. Hij heeft heel wat plaats uitgetrokken in zijn boek voor onze Antwerpse zwaarddans: twee bladzijden foto’s (uitvoering 1978) en een kleine bladzijde tekst. Hij is ons destijds komen opzoeken om zijn tekst te stofferen en drukte toen zijn bewondering en waardering uit. Ziehier wat wij op bladzijden 33 en 34 kunnen lezen:

Zwaarddansen: Er is een tijd geweest dat geen vastenavond kon plaats vinden zonder dat daarbij mannengroepen een zwaarddans uitvoerden. Een dergelijk optreden werd door de overheid zeer op prijs gesteld, zodat men er kwistig geld voor uitgaf.

De oudste vermelding dateert uit 1389 :"Item gegheven bi beveilne van borhemeester den sciplieden spelende vastenavende achter de stede met zwerden." Deze nota komt uit de stadsrekeningen van Brugge .

Tussen de 14e en de 17e eeuwen bestonden tal van zwaarddansgezelschappen over het hele Vlaamse land.

Sinds 1969 (slecht geteld nvdr!), en onder stuwkracht van leider Renaat Van Craenenbroeck, herstelde de volksdansgroep "Lange Wapper" dit gebruik in Antwerpen. Jaarlijks wordt er, en met stijgend succes, ”gezwaarddanst" op Halfvasten, en wel bepaaldelijk s’ zondags morgends vóór de hoofdingang van de kathedraal, telkens de missen ten einde zijn.

In 1979 zal de traditie dan weer tien jaar oud zijn.

De dans is een zorgvuldige rekonstruktie van de middeleeuwse reizwaarddansen, zoals hij in de Vlaamse steden en dorpen werd uitgevoerd.

Elf dansers zijn er en ze zijn volledig in het wit gekleed, met een rode band en rinkelende belletjes omgord. Op de tonen van doedelzak, viool, fluit en trommel stappen zij op, begeleid door een uitbundige en springende nar. Voor de dans zelf vormen de elf een ketting, die niet verbroken wordt. Tijdens de apotheose van deze reidans wordt de voordanser op de zwaarden geheven en ontrolt hij al vendelend een banier met de Antwerpse kleuren. Veel wijst er op dat wij in de zwaarddans een volkseigen vastenavondvermaak hebben te waarderen.

Prof. Gessler nochtans beweerde dat de dans stamde uit een oude Gildedans, de Trawantel.

Te Tongeren, in het museum van de Moerepoort, kan men nog enkele authentieke danszwaarden zien uit het begin van de vorige eeuw,"

Tot daar auteur Verstappen.

Kattebel

Nog niet betaald? Doe het dan even, nü! 200 frankskens op rekening 320-0436041-96 van R. Van Craenenbroeck, 2ooo Antwerpen en voor een héél jaar zijt gij gerust: ‘t Zweertdanserke valt iedere maand in uw bus of wordt (om de zegel te sparen) in uw pollen geduwd. Anders spijt het ons, maar dan is dit weer het laatste nummer dat zijn weg naar u vond. Onze finansies zijn nu eenmaal niet deze van een multinesjional!..

speurtocht (7)

Wij publiseerden in het laatste nummer van vorige jaargang een tekst uit de Brugse stadsrekening van 1390/91, die sprak van de schippers “die up den reep speilden” Wij interpreteerden deze tekst als handelende over een zwaarddans, waarbij de zwaarden vervangen zouden zijn door repen of hoepels of als een zwaarddans, waarbij een reep zou gebruikt woeden als in de trawantel van Westerlo. Een mooie illustrasie van de eerste mogelijkheid is te vinden in M.Louis, Le Folklore et la Danse (Parijs 1963), plaat XXXVII. De bijhorende tekst zegt: Les danseurs de cerceaux. D’ après un manuscrit de Nuremberg 1539-1586 (A la Bibliothèque Municipale de Hambourg) en toont een rei dansers, verbonden door hoepels. Spijtig is de kwaliteit van de afbeelding niet voldoende om ze hier weer te geven. Wij hopen een betere reproduksie te bekomen vanuit Hamburg.

Maar hoe interpreteert nu Gilliodts-Van Severen de tekst? Wel, bij de tekst zélf geeft hij geen verklaring, zodat wij verder moeten kijken bij de Glossaire Flamand en daar vinden wij dan als verklaring: danser sur la corde. En er worden enkele rekeninguittreksels aangehaald, die inderdaad met de uitdrukking "up den roep speilen” verwijzen naar een koorddanser. De interpretasie steunt zich trouwens op Kiliaan, dus… Verwijs noemt in zijn Middelnederlandsch Woordenboek zes betekenissen voor het woord reep. Ook hij brengt ook onze Brugse tekst onder bij het koorddansen. Hij geeft reep evenwel ook de betekenis: hoepel. Hebben wij dus ongelijk?

Misschien wel, maar de in de Glossaire flamand ter staving aangehaalde teksten spreken telkens duidelijk van één koorddanser. Kijken wij nu even naar de Brugse tekst: onze schippers zijn weerom - 36 schellingen totaal te delen door 3 schellingen per deelnemer - met twaalf. Nu zien wij niet zo dadelijk twaalf koorddansers aan het werk, zodat, ons inziens, een interpretasie in de richting van de reizwaarddans zich opdringt.

Maar zelfs als men dit standpunt niet bijtreedt, dan nog leert de tekst ons één en ander in verband met ons onderzoek. Vast staat nu immers, dat de schippers er een gewoonte (tradisie?) op nahielden om met vastenavond in een groep van twaalf door de stad te trekken. Naast een vermelding van 1389 kennen wij er nu een uit 1391 (de genoemde rekening begint inderdaad weer op 2 september 1390, om te eindigen op 2 september 1391). En vast staat ook, dat zij daarbij "iets" (ons inziens een reizwaarddans) opvoerden, waarvoor zij een gift bekwamen. Dat wordt in de tekst van 1391 héél duidelijk gesteld! in hovescheden te verdrinkene, met andere woorden. 36 schellingen werden hun goedgunstig gegeven om "er eentje te gaan pakken”. Zoals wij reeds opmerkten in onze bijdrage nummer 3 (‘t Zweertdanserke 7) sluit dit volkomen aan bij de gebruiken van de mannenbonden.

Een nieuw element in de tekst is ook grote vasteavonde. Dit wijst op uitvoeringen op meerdere dagen (dus ook op meerdere uitvoeringen). Onder grote vastenavond dient volgens het Middelnederlandsch Woor­denboek verstaan te worden: de maandag en de dinsdag na Esto Mihi (de zevende zondag voor Pasen, ook Quinquagesima geheten); met andere woorden: de maandag en de dinsdag voor Aswoenodag.

Laat ons ook nog opmerken, dat de reepdansers van 1391 slechts 36 schellingen als vergoeding kregen, daar waar de zwaarddansers van 1389 liefst 51 schellingen opstreken! Werd de zwaarddans hoger aangeslagen?

Een verder onderzoek naar nieuwe teksten heeft ons niets opgebracht.

Zo komen wij terecht voor een volgende momentopname - kronologisch gezien - in de Brugse stadsrekening van 1403/04, die vermeldt :

 

Item doe ghegheven bi beveilne van borchm(eeste)rs den ghesellen die met zwerden
speilden tsinte jansbrueghe up den ves tenavond- . ii .j. s . iii.j. d grote Som
(m)e xl s

(Stadsrekening Brugge 1403/04 - folio 117 recto - nr 1)

Daarover meer in volgende bijdrage.


REDAKTIE:  Renaat en Eva Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48

 


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu