editoriaal

Geen paniek! Dit is niet het laatste nummer van uw jaarabonnement! U hoeft dus niet opnieuw 150 frankskes te storten. Neen, daarvoor hebt gij tijd tot mei 1980, wanneer. wij aan onze tweede jaargang beginnen. Maar dan rekenen wij er ook op!

zilver

Vooraleer 1979 er aan gaat, willen wij het nog eens hebben over een gebeurtenis, die wij bij de zwaarddans van datzelfde jaar voor het eerst konden meemaken: -de uitreiking van de eerste zilveren deelname-medajjes. Zij waren met vier, die tien jaar opeenvolqend klaar stonden. om weer of geen weer op halfvasten het weer eens waar. te maken: Zij hebben het allemaal meegemaakt van de eerste goedbedoelde uitvoeringen. naar de steeds verder doorgedreven stilering; de groei van de figuren; de ontwikkeling van de kledij; enkele (vergeten) moeilijke jaren. De medajje kent gij:.op de voorzijde het (volledige) Antwerpse schild (met beknotste schildhouders, kroon en rozen) en op de rugzijde de vermelding: 10 JAAR DEELNAME ZWAARDDANS - de naam van de verwerver en 1970-79. De man achter de medajje verdient nadere toelichting, daarom gaan wij ze, hen bedelvend onder onze dank, even voor het voetlicht brengen. Wij doen het alfabeties, zo hoeft er niemand zijn beklag te maken.

Piet Bombeke komt het eerst aan de beurt. Een van de steunpilaren van Lange Wapper in al zijn uitingen. Altijd aanwezig (of toch bijna), altijd entoeziast, altijd behulpzaam. In het alledaagse leven assistent-zaakvoerder bij. de firma Taché & Cie SA, Antwerpen (diamant). Probeert af en toe wat op de viool, maar danst toch veel liever..

Herman Leys is de tweede trouwe ziel. Trommelfanaat en toch tien jaar lang frontstrepen als danser! Mogelijk brengt 1980 hierin verandering. Schrijnwerker, alle dag bij de firma O.De Bruyn, Wilrijk (schrijnwerkerij). Doedelzakkist in een groepje zonder naam met broer Erwin en een vriend. 
Herman moet hier spesiaal nog eens bedankt voor de wijze, waarop hij de groep in de jongste zomer uit de nood hielp. Lange Wapper ging naar Kopenhagen: met veel moeite had ieder verlof kunnen krijgen in dezelfde periode: Een akkardeonist en een violiste waren gevonden en plots: 14 dagen voor het vertrek laat de akkordeonist het afweten. Paniek. Herman brengt de oplossing: na een nachtelijke rit komt hij precies op tijd in Kopenhagen om aan een optreden te beginnen! Een ekstra bedankingeske ook voor Gina Claessens, de violiste, die al even flink haar. vrouw stond!

Renaat Van Craenenbroeck, 't brein achter de zwaarddans én achter Lange Wapper. Bezeten als het over beweging gaat. Licenciaat handels- en maritieme wetenschappen. Door de dag zaakvoerder Deplametal pvba, Antwerpen (indikatie- en sierplaten, naamplaten, stikkers, etiketten, etc...). Lesgever Académie-Internationale d'Eté de la Wallonie (danses de Flandre; atelier de danse). De koreografie van de zwaarddans is van zijn hand, evenals deze van een steeds groter wordend aantal dansjes op eind-19de-eeuwse muziek. Stadgids Stad Antwerpen.

Ludo Wellens is de man met een gemengde loopbaan: na vijf jaar vond Ludo de dansinspanning te zwaar en stapte hij over naar het muziekkorps, waar hij eerste doedelzak ging spelen. Technisch ingenieur (mekanika). Verdient zijn duiten momenteel bij Ford Tractor (Belgium) Ltd, Antwerpen als Process Engineer. Op het moment wellicht de beste bespeler van het diatonies akkordeon in het Vlaamse land. Speelt ook mee in de groep 1544.

Dat zijn ze dan, alle vier! Wie van hen krijgt in 1994 nog eens de gouden medajje voor 25 jaar deelname? Voor een zilveren staan er volgend jaar alweer twee te trappelen: Herwig Bauweraerts en Marc Hanssens. Nà de zwaarddans komt de voorstelling van dié twee,. want: eerst verdienen, en dan...

tof!

Fantasties,.zoals ze daar allemaal (op tijd) aanwezig waren. Als het zo gaat, zit het goed! Doe zo voort én als er écht ernstige redenen zijn om toch afwezig te zijn, verwittig dan even! Wij hopen in 1980 met 16 dansers te zijn; dus liefst vijf rezerven! Welkom aan de nieuwelingen: Mark Gerené, Walter Schraeyen, Pierre Timmerman en Koen Van den Hof.

speurtocht (3)

Is de Brugse tekst wel de oudste vermelding? 

De Brugse stadsrekening, waaruit wij de tekst ontleenden, die wij vorige maal reproduceerden, vangt aan op 2 september 1388; om te eindigen op 2 september van het volgende jaar. Duidelijk is dan ook, dat de tekst slaat op een gebeurtenis in het jaar 1389, gezien de Tijdsbepaling "vastenavonde". 
In de literatuur ter zake zijn drie oudere data bekend: 1350, 1351 en 1386. Het betreft voor alle drie vermeldingen van reizwaarddansen in de duitse stad Nürnberg. De duitse onderzoekers evenwel zijn het roerend eens om weinig waarde te hechten aan deze data. Zo zijn de jaartallen 1350 en 1351 terug te vinden in kronieken uit de 16de eeuw, dus zowat 200 jaar na de gebeurtenissen. Hetzelfde geldt voor 1386. Kurt Meschke (Schwerttanz und Schwerttanzspiel im Germanischen Kulturkreis, Leipzig/Berlin, 1931, p.20) zegt hierover het volgende

"Auf einer Abbildung, die einem Schönbartbuch des 16 Jahrhunderts in der Stadtbibliothek Nürnberg beiliegt, findet sich eine Notiz, die einen Schwerttanz der Klingenschmiede für das Jahr 1386 behauptet. Dieser Bericht hot aber keine historische Gültigkeit (nur eine Möglichkeit) zu beanspruchen.". 

Een gelijkaardige afwijzende houding vinden wij terug in het standaardwerk van Richard Wolfram, Schwerttanz und Männerbund (Kassel, I, p.18). Wij hadden (nog) niet de gelegenheid deze teksten te kontroleren, maar wij menen, dat wij in goed gezelschap vertoeven, wanneer wij de besluiten van de twee eminente duitse onderzoekers bijtreden en de drie voornoemde data ter zijde schuiven.. 
Een vraag die dan onmiddellijk naar voren komt is of er in Brugge dan geen oudere teksten te vinden zijn. Het is inderdaad zo, dat L.Gilliodts-Van Severen nergens schrijft, dat de door hem aangehaalde tekst de oudste of eerste vermelding is in de stadsrekeningen.
Slaan wij er echter de reeds voornoemde Inventaire des Archives de la Ville de Bruges op na, dan zien wij dat Gilliodts-Van Severen zeer degelijk werk heeft verricht en dat hij nergens de gelegenheid laat voorbij gaan om nieuwe elementen met de nodige citaten naar voren te brengen. Wij mogen dan ook geredelijk aannemen, dat hem geen oudere teksten bekend waren. 
Door ons genomen steekproeven hebben eveneens geen rezultaat opgeleverd. Een sistematies (tijdrovend) onderzoek ware hier gewenst. In afwachting kunnen wij stellen, dat de Brugse tekst dus inderdaad momenteel de oudst bekende vermelding is van een zwaarddansuitvoering in Westeuropa. 
Laat ons nu even de tekst nagaan om te kijken wat hij ons kan leren. De tekstaanvang "ghegheven bi beveilne van borghmeesters" is niet ongebruikelijk in de stadsrekeningen. Blijkbaar werd deze omschrijving gebruikt, wanneer er sprake was van een gunst, een gratifikatie. Waarom wordt nu plots in 1389 aan de "sciplieden" dergelijke gift toegestaan? En nog wel alleen aan de schippers, want de omringende rekeningposten hebben helemaal:geen uitstaans met de vastenavondviering. Wij kunnen enkele mogelijkheden veronderstellen. 
Mogelijk hebben de schippers een toelage gevraagd aan het stadsbestuur om bijvoorbeeld hun onkosten te dekken. Dat zou er dan misschien kunnen op wijzen, dat het om een traditioneel gebruik ging, waarvan het instandhouden af en toe moeilijk was. 
Een andere mogelijkheid is dat het stadsbestuur zelf het initiatief nam om de schippers iets te gunnen, bijvoorbeeld omdat de schippers met hun zwaarddans een omhaling deden. Die mogelijkheid zit er dik in. Later zullen de zwaarddansers dikwijls vergoed worden met wijn of bier. En zulk gebruik past geheel in de gebruiken van de mannenbonden: denk aan het Driekoningenzingen, de narrendans van Mater, de pélérins in Waals Brabant, enz. 
Want het volgende staat wel duidelijk in de tekst: de zwaarddansers trokken rond in de stad. "Achter de stede" betekent inderdaad niet "op de stadswallen" zoals ir. Edg. Wauters preciseerde (De Speelman 1939/40 nr 13/14 p.12). Dr. E. Verwijs geeft in zijn Middelnederlandsch Woordenboek (deel I p.18) inderdaad als een van de betekenissen van het woord achter in middelnederlandse teksten: achter met datief werd als voorzetsel van plaats gebruikt om aan te duiden, dat iets of zich binnen zekere ruimte beweegt zonder dat de richting in aanmerking komt, of overal binnen die ruimte verspreid is. Gilliodts-Van Severen is dezelfde mening toegedaan. In het vorige maal aangehaalde artiekel van K. Koppmann vinden wij een toelichting, die afkomstig zou zijn uit de Addenda van de Inventaire en die zegt: 

"Ces behourdis se continuent sur les places, sur les ponts, sur les remparts, par des compagnons..." 

Een mogelijke verklaring voor de plotse vergoeding zou dus kunnen zijn, dat de schippers, wanneer ze in de stad rondtrokken met hun zwaarddans om giften op te halen, bij toeval dansten voor burgemeester of magistraat en bijgevolg hiervoor ook begiftigd werden.

(wordt vervolgd)

= = =

Nog eens gedacht om te verwittigen voor de Drie Koningen? (5 of 6 januari 1980)? 
En hoe zit het met 17 februari 1980? Nog liefhebbers voor de mijn? Zie details in vorig 't Zweertdanserke!


REDAKTIE:  Renaat en Eva Van Craenenbroeck
Vleminckveld 29 - 2000 Antwerpen
Tel. (031)33 61 48

 


de dansgroep - de zwaarddans - Renaat Van Craenenbroeck

inhoudstafel - hoofdmenu